Categorie | Baby |
Aanbevolen garen | Softfun |
Type | Trui |
Techniek | breien |
Maten | 68/74 - 80/86 - 92/98 |
Talen |
Truitje van Softfun
By ScheepjesMateriaal: Scheepjes Softfun lichtgroen (2497) 3–3–4 bollen. Breinaald nummer 4 en nummer 4 zonder knop.
Stekenverhouding: 27 steken en 30 naalden in kabelpatroon gebreid, zijn 10 x 10 cm. 22 steken en 30 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
Gebruikte steken:
Boordsteek: Afwisselend 2 steken recht en 2 steken averecht.
Kabelpatroon:
1e naald (goede kant): 1–3–2 steken tricotsteek, *2 steken recht, K4A (= neem 2 steken op een hulpnaald achter het werk, brei de volgende 2 steken recht, dan de 2 steken van de hulpnaald recht breien), 2 steken recht, herhaal vanaf *, eindig met 1–3–2 steken tricotsteek.
2e en alle even naalden: Averecht.
3e naald: 1–3–2 steken tricotsteek, *K4A, 4 steken recht, herhaal vanaf *, eindig met 1–3–2 steken tricotsteek.
5e naald: 1–3–2 steken tricotsteek, * 2 steken recht, K4V (= neem 2 steken op een hulpnaald voor het werk, brei de volgende 2 steken recht, dan de steken van de hulpnaald recht breien), 2 steken recht, herhaal vanaf *, eindig met 1–3–2 steken tricotsteek.
7e naald: 1–3–2 steken tricotsteek, *4 steken recht, K4V, herhaal vanaf *, eindig met 1–3–2 st. tricotsteek. Herhaal deze 8 naalden.
Tricotsteek: Recht op de goede, averecht op de verkeerde kant.
Werkwijze:
Rugpand: Zet 58–62–66 steken op en brei 2½ cm boordsteek, meerder in de laatste teruggaande naald verdeeld tot 74–78–84 steken. Brei verder het kabelpatroon. Kant bij 26–29–32 cm hoogte voor de hals de middelste 32–34–38 steken af, tijdens het afkanten 4 x 2 steken samenbreien, dit voor de breedte van de hals. Brei beide kanten apart verder tot 27–30–33 cm hoogte. Kant af.
Voorpand: Brei als het rugpand tot 23–26–29 cm hoogte. Kant voor de hals de middelste 18–20–22 steken af, ook hier tijdens het afkanten 4 x 2 steken samenbreien. Brei beide kanten apart verder en kant aan halskant nog 1 x 3, 1 x 2 en 2–2–3 x 1 steken af in elke 2e naald. Kant de steken voor de schouders op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.
Mouwen: Zet 42–42–46 steken op en brei 2½ cm boordsteek, meerder in de laatste teruggaande naald tot 42–44–46 steken. Brei verder in tricotsteek en meerder voor de mouwwijdte 2–3–4 x 1 steken aan beide kanten van elke 14e–12e–12e naald. Kant bij 16–19–22 cm hoogte alle steken af.
Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem met naalden zonder knop rondom de hals 68–72–76 steken op en brei 2½ cm boordsteek. Kant soepel in boordsteek af. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit zij- en mouwnaden.