Spencer, muts en slofjes van Sammy

Materiaal: Scheepjes Sammy blauw (104) 3 bollen, wit (101) 1 bol. Breinaald nummer 4½ en nummer 4½ zonder knop.

Stekenverhouding: 19 steken en 29 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.

Gebruikte steken:

Boordsteek: Afwisselend 2 steken recht en 2 steken averecht.

Tricotsteek: Recht op de goede, averecht op de verkeerde kant.

Streeppatroon: *6 naalden blauw, 2 naalden wit, herhaal vanaf *.

Werkwijze spencer:

Rugpand: Zet met wit 50–54–58 steken op en brei 1 naald boordsteek met wit en 6 naalden boordsteek met blauw. Brei verder in tricotsteek en streeppatroon. Kant bij 13–15–17 cm hoogte voor de armsgaten 1 x 2 en 3 x 1 steken af aan beide kanten van elke 2e naald. Kant bij 23–26–29 cm hoogte voor de hals de middelste 14–16–18 steken af en brei beide kanten apart verder. Kant aan halskant nog 1 x 4 steken af in de 2e naald. Kant bij 24–27–30 cm hoogte de steken voor de schouders af.

Voorpand: Brei als het rugpand tot 13–15–17 cm hoogte. Splits het werk voor de V-hals en brei beide delen apart verder. Minder aan halskant 11–12–13 x 1 steken in elke 2e naald. Minder als volgt: Voor de kantsteek 2 steken samenbreien en na de kantsteek 1 overhaling (= 1 steek afhalen, 1 steek breien en de afgehaalde steken overhalen. Brei de armsgaten als bij het rugpand. Kant de steken voor de schouders op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem met naald zonder knop en blauw rondom de hals 80–84–92 steken op en brei boordsteek, de 2 middelste steken middenvoor zijn rechte steken. Minder middenvoor in elke toer als volgt: Brei tot 2 steken voor middenvoor, brei 2 steken verdraaid recht samen, de volgende 2 steken recht samen breien. Brei na 6 toeren met blauw nog 1 toer met wit en kant met wit af. Neem langs de armsgaten 50–54–58 steken op met blauw en brei eenzelfde boord. Sluit de zijnaden.

Werkwijze muts: Zet met wit en naalden zonder knop 76–80–84 steken op en brei 1 naald boordsteek met wit en 6 naalden boordsteek met blauw. Brei verder met blauw in tricotsteek. Minder bij 7–8–9 cm hoogte verdeeld over de naald 12 steken. Herhaal deze minderingen nogmaals in de volgende 6e–6e–4e–4e–2e naald. Brei in de volgende 2e naald tussen de kantsteken steeds 2 steken samen. Haal door de overige steken een draad, trek aan en hecht af.

Werkwijze sokjes: Maat 56/62: Zet voor het zooltje 6 steken op en brei alle naalden recht. Meerder 2 x 2 steken aan beide kanten van elke 2e naald. Brei verder tot 8 cm hoogte. Minder 2 x 2 steken aan beide kanten van elke 2e naald. Kant af. Zet voor de boven voet 24 steken op en brei 13 naalden recht, 2 naalden tricotsteek, 1 naald: 1 kantsteek, *1 omslag, 2 steken recht, herhaal vanaf *. Brei nog 1 naald tricotsteek. Laat aan beide kanten 7 steken rusten en brei op de middelste 10 steken verder 10 naalden tricotsteek. Minder aan beide kanten 2 x 2 steken in elke 2e naald. Neem langs de zijkanten van de 10 steken 8 steken op en brei over alle 34 steken nog 6 naalden tricotsteek. Kant af. Sluit de middenachternaad. Naai het zooltje onderaan het slofje, met het naadje aan de binnenkant. Brei nog eenzelfde sokje. Haak koordjes en rijg deze door de gaatjes toer.