Categorie | Baby |
Aanbevolen garen | Cotton 8 |
Type | Vest |
Techniek | breien |
Maten | 56/62 - 68/74 - 80/86 |
Talen |
Overslagvestje en muts van Cotton 8
By ScheepjesMateriaal: Scheepjes Cotton 8 wit (502) 2 bollen, blauw (651) 1 bol, rose (653) 1 bol, bruin (659) 1 bol, geel (667) 1 bol. Breinaald nummer 3.
Stekenverhouding: 28 steken en 37 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
Gebruikte steken:
Tricotsteek: Recht op de goede, averecht op de verkeerde kant.
Boordsteek: Afwisselend 2 steken recht en 2 steken averecht.
Streeppatroon: *2 naalden geel, 2 naalden wit, 2 naalden bruin, 2 naalden wit, 2 naalden roze, 2 naalden wit, 2 naalden blauw, 2 naalden wit, herhaal vanaf *.
Werkwijze vestje: Zet voor het linker voorpand 57–63–68 steken op met wit en brei 5 naalden recht. Brei verder in tricotsteek en streeppatroon. Minder bij 6 cm hoogte voor de hals aan het einde van elke heengaande naald 34–38–42 x 1 steken als volgt: Brei voor de kantsteek 2 steken recht samen. Zet aan de rechterkant bij 14–16–18 cm hoogte voor de mouw 4 x 10–11–13 steken op de naald erbij in elke 2e naald. Brei tot 24–27–30 cm hoogte en laat het werk rusten. Brei het rechter voorpand in spiegelbeeld. Brei vanaf hier de kleuren terug zodat na het dichtnaaien de kleuren in de zijnaden tegen elkaar passen. Brei nu eerst de steken van het linker voorpand en zet voor de achterhals aansluitend 6 steken op de naald erbij. Neem een nieuwe draad en zet 6 steken op en brei aansluitend de steken van het rechter voorpand. Brei over beide delen 1 teruggaande naald. Zet in de volgende naald tussen beide delen 16–18–22 nieuwe steken op en brei hierna over alle steken. Kant bij 32–36–40 cm hoogte 4 x 10–11–13 steken af aan beide kanten (let op de kleur van de streep) en brei op de overige 74–80–86 steken tot circa 47–53–59 cm hoogte (eindig met de kleur streep waarmee begonnen is). Brei aansluitend nog 3 witte ribbels en kant af.
Afwerking: Neem langs de mouwen met wit 46–52–58 steken op en brei 5 naald recht. Kant af. Neem langs de voorpanden en achterhals met wit steken op (circa 32 steken per 10 cm) en brei 2½ cm boordsteek. Kant in boordsteek. af. Sluit de zij- en mouwnaden. Haak met wit op 6–7–8 cm hoogte een strikkoordje aan de sluitbies van het rechter voorpand en een koordje op het linker voorpand.
Werkwijze muts: Zet met wit 102–108–116 steken op en brei 11 naald boordsteek. Brei verder in tricotsteek en streeppatroon. Minder bij 6–8–10 cm hoogte verdeeld over de naald 1 x 14–15–16 steken. Herhaal deze minderingen in de volgende 8e–6e–6e–4e–4e naald. Brei in de 2e volgende naald als volgt: 1 kantsteek, 8–8–9 x 2 steken recht samenbreien, 1 kantsteek. Haal door de overige steken een draad, trek aan en hecht. Sluit de achternaad. Zet eventueel een bandje langs het mutsje.