Categorie | Kinderen |
Aanbevolen garen | Roma |
Type | Vest |
Techniek | breien x haken |
Maten | 104 - 116 - 128 |
Meisjesvest van Roma
By ScheepjesMateriaal: Scheepjes Roma grijs (1622) 2–3–3 bollen, bordeaux (1600) 2 bollen, 3 kilt riempjes artikel nummer: 0062. Breinaald nummer 3½ en haaknaald nummer 3.
Belangrijk! Brei eerst een proeflapje!
Stekenverhouding: 21 steken en 26 naalden in patroonsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
Gebruikte steken:
Tricotsteek: Recht op de goede, averecht op de verkeerde kant.
Ribbelsteek: Alle naalden recht.
Jacquardpatroon: Brei volgens teltekening. + = kantsteek, open hokje = 1 steek tricotsteek met grijs, x = 1 steek tricotsteek met bordeaux. De draad, waarmee wordt gewerkt, losjes aan de achterkant meenemen. Let er op, dat de draden even strak gespannen zijn.
Lussenpatroon:
1e toer: Insteken, de draad als bij het haken om de vinger winden, de middel- en ringvinger (overeenkomstig de grootte van de lus) voor de draad leggen, insteken, draad ophalen en door de steek trekken, nogmaals de draad ophalen en door beide op de naald liggende lussen trekken. De vingers uit de lus halen, in de volgende steek insteken, de vingers weer voor de draad houden, draad ophalen, door de steek trekken, draad ophalen, door de lussen op de naald trekken enz. De lussen liggen op de achterkant van het werk, dus haak steeds op de achterkant van het werk.
2e toer: Vasten.
Herhaal deze 2 toeren.
Boordsteek: Afwisselend 1 steek recht, 1 steek averecht.
Werkwijze: Het vest wordt tot de armsgaten aan één stuk gebreid. Zet 103–117–131 steken op met grijs en brei tricotsteek. Meerder voor de rondingen aan beide kanten van elke 2e naald 2 x 3, 1 x 2 en 3 x 1 steken en vervolgens nog 2 x 1 steek aan beide kanten van elke 4e naald = 129–143–157 steken. Bij 7–8–9 cm hoogte als volgt breien: 2 naalden ribbelsteek, 2 naalden tricotsteek, het jacquardpatroon volgens teltekening, 2 naalden tricotsteek, 2 naalden ribbelsteek en verder in tricotsteek. Deel bij 21–22–23 cm hoogte het werk als volgt in: 32–36–39 steken voor het rechter voorpand, 65–71–79 steken voor het rugpand en 32–36–39 steken voor het linker voorpand. Brei eerst het linker voorpand. Kant aan de rechterkant voor het armsgat 1 x 3, 1 x 2 en 1 x 1 steken af in elke 2e naald en 1 x 1 steek in de volgende 4e naald. Minder tegelijkertijd bij 21–22–23 cm hoogte aan de linkerkant voor de hals 1 x 1 steek en in elke volgende 2e naald 10–12–14 x 1 steek. Kant bij 33–35–37 cm hoogte aan de rechterkant voor de schouder af: Maat 1: 2 x 5 en 1 x 4 steken in elke 2e naald. Voor maat 2: 1 x 6 en 2 x 5 steken in elke 2e naald en voor maat 3: 2 x 6 en 1 x 5 steken in elke 2e naald. Brei het rechter voorpand in spiegelbeeld. Brei op de overige steken het rugpand en kant voor de armsgaten aan beide kanten van elke 2e naald 1 x 3, 1 x 2 en 1 x 1 steken af en nog 1 x 1 steek in de volgende 4e naald = 51–57–65 steken. Kant bij 33–35–37 cm hoogte voor de schouders af als bij de voorpanden. Kant tegelijkertijd bij 33–35–37 cm hoogte voor de hals de middelste 19–21–27 steken af en brei beide kanten apart verder. Kant in de 2e naald aan halskant nog 1 x 2 steken af.
Afwerking: Speld het vest op maat en laat het onder een iets vochtige doek drogen. Sluit de schoudernaden. Neem langs de armsgaten met grijs 70–74–78 steken op en brei 2½ cm boordsteek. Kant in boordsteek af. Sluit de zijnaden. Haak met grijs langs de onderkant, voorpanden en hals een toer vasten, let hierbij op de breedte en hoogte van het werk. Haak met bordeaux op de verkeerde kant van het werk 4 toeren lussenpatroon. Naai de riempjes aan.