Categorie | Kinderen |
Aanbevolen garen | Marko |
Type | Vest |
Techniek | breien |
Maten | 104 - 116 - 128 |
Meisjesvest van Marko
By ScheepjesMateriaal: Scheepjes Marko ecru (8130) 4–4–5 bollen, 2 knopen artikel nummer: 718559, 2½ cm breed rood band met goudkleurige pailletten artikel nummer: 2679, 18 goudkleurige vierkante strass steentjes met gaatjes, 16 rode strass steentjes in druppelvorm met gaatjes, 1 strass stenen hartje rood. Breinaald nummer 4.
Belangrijk! Brei eerst een proeflapje!
Stekenverhouding:22 steken en 30 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
Gebruikte steken:
Boordsteek: Afwisselend 2 steken recht en 2 steken averecht.
Tricotsteek: Recht op de goede, averecht op de verkeerde kant.
Hart op rugpand: Brei volgens telpatroon. Alleen de heengaande naalden zijn aangegeven, de teruggaande naalden breien zoals de steken zich voordoen, de omslagen averecht. N = Nop = In dezelfde steek (1 recht, omslag, 1 recht) breien. Keren. 1 averecht, 1 gedraaid averecht, 1 recht. Keren. Elke steek eerst gewoon en dan gedraaid breien = 6 lussen op de naald. Niet keren. Alle steken één voor één over eerste steek halen. Open hokje = tricotsteek. O = omslag. > = 2 steken recht samenbreien. < = 1 steek afhalen, 1 recht, afgehaalde steek overhalen. ^ = 3 steken averecht samenbreien.
Werkwijze:
Rugpand: Zet 71–75–79 steken op en brei tricotsteek. Kant bij 7–8–9 cm hoogte voor de armsgaten 1 x 3, 1 x 2 en 2 x 1 steken af aan beide kanten van elke 2e naald. Brei tegelijkertijd bij 7–8–9 cm hoogte in het midden het hart volgens telpatroon. Kant bij 19–21–23 cm hoogte voor de hals de middelste 37–39–41 steken af en brei beide kanten apart verder tot 20–22–24 cm totale hoogte. Kant de steken voor de schouders af.
Rechter voorpand: Zet 15–17–19 steken op en brei tricotsteek. Zet aan het einde van de eerste teruggaande naald 5 steken op de naald erbij voor de ronding. Zet aan het einde van elke 2e volgende naald 1 x 4, 1 x 3, 2 x 2 en 3 x 1 steken op de naald erbij. Brei voor het armsgat als bij het rugpand. Minder bij 10–11–12 cm hoogte voor de hals afwisselend 3 x 2 en 11–12–13 x 1 steek in elke 2e naald. Minder als volgt: 1 kantsteek, 1 steek afhalen, 1 recht en de afgehaalde steek overhalen. Bij 2 steken minderen: 1 kantsteek, 1 steek afhalen, 2 steken recht samenbreien en de afgehaalde steek overhalen. Kant de steken voor de schouder op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.
Linker voorpand: Brei het rechtervoorpand in spiegelbeeld. Minder voor de hals als volgt: Brei de naald uit tot er nog 3 steken op de naald staan, 2 steken recht samenbreien, 1 kantsteek. Bij 2 steken minderen: De naald uit breien tot er nog 4 steken op de naald staan, 2 steken recht samenbreien, de overgebleven steek op de linkernaald zetten, de volgende steek overhalen en de steek weer op de rechternaald zetten, 1 kantsteek.
Mouwen: Zet 50–54–58 steken op en brei 3 cm boordsteek. Brei verder in tricotsteek. Kant bij 5 cm hoogte voor de mouwkop 5 x 4 steken af aan beide kanten van elke 2e naald. Kant de overige steken af.
Afwerking: Sluit de schoudernaden. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit de zij– en mouwnaden. Neem rondom langs panden en hals steken op (circa 25 steken per 10 cm) en brei boordsteek. Brei na 1 cm in het rechtervoorpand (op de rechte 5 cm middenvoor) verdeeld 2 knoopsgaten. Kant voor een knoopsgat 1 steek af en zet deze er in de volgende naald weer bij op. Kant na 3 cm boord alle steken soepel in boordsteek af. Naai band langs het boord op de panden. Naai op beide voorpanden een bloem van 8 rode steentjes met een goudkleurig steentje in het midden. Naai in het midden van het hart op het rugpand een rood steentje en de overige goudkleurige steentjes verdeeld langs de buitenkant van het hart. Naai de knopen aan.