Meisjesvest van Laura

Materiaal: Scheepjes Laura rood mêlee (17) 2–2–3 bollen, breinaalden nummer 12, 4 knopen.

Stekenverhouding: 10 steken en 12 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.

Gebruikte steken:

Tricotsteek: Recht op de goede, averecht op de verkeerde kant.

Averechte tricotsteek: Averecht op de goede, recht op de verkeerde kant.

Boorden: 3 naalden averechte tricotsteek, 3 naalden tricotsteek, 3 naalden averechte tricotsteek.

Werkwijze:

Rugpand: Zet 36–39–43 steken op en brei tricotsteek. Minder vanaf de onderkant voor de taille 2–3–4 x 1 steek aan beide kanten van elke 2e naald. Meerder vanaf 5–7–8 cm hoogte 2 x 1 steek aan beide kanten van elke 7e–7e–8e naald. Kant bij 21–24–27 cm hoogte voor de armsgaten 1 x 2 en 1 x 1 steken af aan beide kanten van elke 2e naald. Kant bij 34–38–42 cm hoogte voor de hals de middelste 16–17–17 steken af en brei beide kanten apart verder tot 36–40–44 cm hoogte. Kant de steken voor de schouders af.

Rechter voorpand: Zet 8–8–9 steken op en brei tricotsteek. Zet aan het einde van de eerste naald (= verkeerde kant) 3 steken op de naald erbij voor de ronding. Zet aan het einde van elke 2e volgende naald nog 1 x 2 en 3–4–5 x 1 steek op de naald erbij. Minder en meerder aan de zijnaad als bij het rugpand. Kant bij 31–35–39 cm hoogte voor de hals 1 x 3, 1 x 2 en 1 x 1 steken af in elke 2e naald. Kant de steken voor de schouders op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.

Linker voorpand: Brei het rechter voorpand in spiegelbeeld.

Mouwen: Zet 20–22–24 steken op en brei een boord als boven omschreven. Brei verder in tricotsteek. Meerder voor de mouwwijdte 3 x 1 steek aan beide kanten van elke 7e–9e–10e naald. Kant bij 29–33–37 cm hoogte voor de mouwkop 1 x 2, 3 x 1, 1 x 2 en 1 x 3 steken af aan beide kanten van elke 2e naald. Kant de overige steken af.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit de zij- en mouwnaden. Neem langs de voorpanden en onderkant rugpand steken op (10 steken per 10 cm, op de rondingen iets meer) en brei een boord als boven omschreven. Brei in het rechter voorpand op 3 cm hoogte, op 7–8–9 cm vanaf de onderkant vest (van het gedeelte tricotsteek), een knoopsgat. Kant voor een knoopsgat 1 steek af en zet deze er in de volgende naald weer bij op. Brei nog een knoopsgat op 16–18– 21 cm en een knoopsgat op 25–28–33 cm vanaf de onderkant. Kant na het boord alle steken af. Neem langs de gehele hals 42–44–44 steken op en brei een boord als boven omschreven. Brei op 3 cm hoogte van het boord nog een knoopsgat in het rechtervoorpand. Naai de knopen aan.