Meisjestrui van Marko

Materiaal: Scheepjes Marko ecru (8160) 5–5–6 bollen, roze (8133) 1–1–2 bollen, beige (8171) 1 bol, blauw (8142) 1 bol, breinaalden nummer 3½ met en zonder knop.

Stekenverhouding: 24 steken en 32 naalden in kabel- en jacquardpatroon gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.

Gebruikte steken:

Tricotsteek: Recht op de goede, averecht op de verkeerde kant.

Kabelpatroon:
1e naald: 1 kantsteek, *1 averecht, 8 recht, herhaal vanaf *, eindig met 1 averecht, 1 kantsteek.
2e t/m 4e naald: Breien zoals de steken zich voordoen.
5e naald: 1 kantsteek, *1 averecht, 2 recht, 4 steken kruisen (= 2 steken op een hulpnaald voor het werk leggen, de volgende 2 steken recht breien, daarna de 2 steken van de hulpnaald recht breien), 2 recht, herhaal vanaf *, eindig met 1 averecht, 1 kantsteek.
6e naald: Breien zoals de steken zich voordoen.
Herhaal steeds deze 6 naalden.

Jacquardpatroon: Inbreien of opmazen volgens teltekening. 1 ruitje = 1 steek breed en 1 naald hoog. Open ruitje = ecru, x = beige, o = roze, v = blauw.

Boordsteek: Afwisselend 2 steken recht en 2 steken averecht.

Werkwijze:

Rugpand: Zet met roze 75–84–93 op en brei 3 naalden tricotsteek. Brei verder met ecru het kabelpatroon tot 20–22–24 cm hoogte. Brei 1x het jacquardpatroon volgens teltekening. Minder bij 25–27–29 cm hoogte voor de raglan afwisselend 2–2–3 x 1 steek aan beide kanten van elke 4e naald en 21–24–26 x 1 steek aan beide kanten van elke 2e naald. Minder als volgt: Met ecru 1 kantsteek, 1 recht, 1 recht afhalen, 1 recht breien en de afgehaalde steek overhalen, brei de naald in jacquardpatroon tot de laatste 4 steken, met ecru 2 steken recht samenbreien, 1 recht, 1 kantsteek. Brei na het jacquardpatroon verder met ecru. Brei 4 naalden tricotsteek en aansluitend op het eerder gebreide kabelpatroon doorgaan in kabelpatroon, maar geen steken meer kruisen. Kant bij 41–45–49 cm hoogte de overige 29–32–35 steken af.

Voorpand: Brei als het rugpand tot 37–41–45 cm hoogte. Kant voor de hals de middelste 21–24–27 steken af en brei beide kanten apart verder. Kant aan de halskant nog 1 x 6 steken af in de 2e volgende naald en in de daaropvolgende 2e naald de overige steken.

Linkermouw: Zet met roze 48 steken op en brei 3 naalden tricotsteek. Brei verder met ecru het kabelpatroon. Brei de gemeerderde steken in kabelpatroon. Meerder voor de mouwwijdte 7–10–13 x 1 steek aan beide kanten van elke 10e-8e–6e naald. Brei op 20–22–24 cm hoogte 1x het jacquardpatroon, hierbij in de 1e naald 1 steek meerderen. Tel vanaf het midden (= M op de teltekening) met welke steek wordt begonnen. Minder bij 25–27–29 cm hoogte voor de raglan net als bij het rugpand. Brei na het jacquardpatroon verder met ecru. Brei 4 naalden tricotsteek en aansluitend het kabelpatroon zonder te kruisen. Minder voor de raglan aan de rechterkant net als bij het rugpand. Minder aan de linkerkant tot er nog 23 steken op de naald staan. Kant vanaf de linkerkant 5 x 3 steken af in elke 2e naald. Kant hierna de overige 3 steken af.

Rechtermouw: Brei de linkermouw in spiegelbeeld.

Afwerking: Sluit de raglan-, mouw- en zijnaden. Neem met ecru en naalden zonder knop rondom de hals 88–96–104 steken op en brei 10–12–14 cm boordsteek. Kant soepel in boordsteek af.