Categorie | Kinderen |
Aanbevolen garen | Cotton 8 |
Type | Top |
Techniek | breien |
Maten | 110 - 112 - 134 |
Meisjestop en rokband van Cotton 8
By ScheepjesMateriaal: Scheepjes Cotton 8 groen 3–3–4 bollen, oranje 1 bol, roodbruin 1 bol, rood 1 bol, lichtroze 1 bol, hardroze 1 bol, 3 mm breed lint in de kleuren van de binnenkant van de rozetten, breinaalden nummer 3½ en nummer 3½ zonder knop.
Stekenverhouding: 25 steken en 34 naalden met Cotton 8 in tricotsteek gebreid zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
Gebruikte steken:
Boordsteek: Afwisselend 1 steek recht en 1 steek averecht.
Tricotsteek: Recht aan de goede, averecht aan de verkeerde kant.
Rozet: Zet 13 steken op met groen en brei een tricotsteek. Brei 1 naald. Meerder in de volgende naald tot 25 steken. Brei 3 naalden tricotsteek. Meerder in de volgende naald tot 50 steken. Brei nog 3 naalden tricotsteek. Brei aansluitend nog 6 naalden met rood en kant alle steken af. Laat de buitenrand omkrullen. Rijg een draad door de opzet lossen en trek aan. Leg de uiteinden tot de helft over elkaar tot een krul en naai met steekjes vast. Maak 9 rozetten in verschillende kleurcombinaties.
Werkwijze top:
Rugpand: Zet 74–82–88 steken op met groen en brei 2 cm boordsteek, 1 naald averecht op de goede kant (= ribbel) en nog 2 cm boordsteek. Brei verder in tricotsteek tot 16–18–20 cm totale hoogte. Minder voor de armsgaten 1 x 4, 1 x 3, 1 x 2 en 3 x 1 steken aan weerszijden van elke 2e naald. Kant bij 27–30–33 cm totale hoogte voor de hals de middelste 10–12–16 steken af en brei beide delen afzonderlijk verder. Minder aan halszijde nog 1 x 5, 1 x 3, 1 x 2 en 1 x 1 steken in elke 2e naald. Kant bij 31–34–37 cm totale hoogte de steken voor de schouders af.
Voorpand: Brei als het rugpand tot 20–23–26 cm totale hoogte. Kant voor de hals de middelste 10–12–16 steken af en brei beide delen afzonderlijk verder. Minder aan halszijde nog 1 x 3, 2 x 2 en 4 x 1 steken in elke 2e naald. Kant de steken voor de schouders op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.
Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem met groen en naald zonder knop op de verkeerde kant van de hals steken op en brei 2 naalden boordsteek, 1 naald recht en 2 naalden boordsteek en kant in boordsteek af. Vouw de bies op de ribbel naar buiten en zoom rekbaar tegen. Sluit de zijnaden. Neem aan de verkeerde kant van de armsgaten met roodbruin steken op en brei eenzelfde bies als langs de hals. Vouw de onderkant van de top op de ribbel naar binnen en zoom rekbaar tegen. Knip 25 cm lint in de kleur van het hart van de rozet en knoop dit aan de achterkant door het hart van de rozet, laat de uiteinden hangen. Naai de rozetten verdeeld rondom de hals.
Werkwijze rokband: Zet 104–110–116 steken op met groen en brei 7 cm boordsteek. Brei 1 naald averecht op de goede kant (= ribbel). Brei verder in boordsteek tot 12 cm totale hoogte. Brei verder met rood. Meerder na 2 naalden elke steek tot 2 steken = 208–220–232 steken. Brei hierna nog 1 naald en meerder wederom in de volgende naald elke steek tot 2 steken = 416–440–464 steken. Als er 8 naalden met rood zijn gebreid nog 4 naalden breien met oranje en afkanten. Sluit de naad en vouw de band op de ribbel naar buiten. Brei 1 rozet en naai deze op de grens groen–rood bezijden middenvoor. Naai de band met de opzetkant bovenaan de rok.