Kinderhandschoenen van Merino Soft

Materiaal: Scheepjes Merino Soft Matisse (635), 2 bollen, breinaalden nummer 3 zonder knop.

Stekenverhouding: 22 steken en 30 toeren in tricotsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.

Gebruikte steken:

Boordsteek: Afwisselend 2 steken recht en 2 steken averecht.

Tricotsteek: Recht.

Werkwijze:

Rechter handschoen: Zet 40 steken op 3 naalden zonder knop en brei boordsteek in het rond. Brei na 12 cm verder in tricotsteek. Brei 22 steken voor de rug van de hand, 18 steken voor de palm. Plaats een merkdraad in de eerste steek van deze 18 steken, = duimsteek. Meerder 4 naalden na de boordsteek voor de duim als volgt: meerder aan beide kanten van de gemerkte steek 1 steek. Maak hiervoor een omslag en brei deze omslag in de volgende toer verdraaid recht om een gaatje te voorkomen. Meerder nog 4 x 2 steken in elke volgende 3e toer. Plaats na 6 cm tricotsteek de 11 duimsteken op een draad. Zet in de volgende toer 1 nieuwe steek boven de duimsteken = 40 steken. Brei door tot 9 cm hoogte vanaf de boordsteek. Houdt de eerste 5 steken op de naald, plaats de volgende 32 steken op 1 hulpnaald en houdt de laatste 3 steken op de naald.

Pink: 8 steken. Neem naast de steken van de hulpnaald aan beide kanten 1 nieuwe steek op, = 10 steken. Brei 6 cm in het rond en brei 5 x 2 steken samen. Knip de draad af en rijg deze door de overige steken, trek aan en hecht af.

Hand: Zet de steken van de hulpnaald terug op de breinaalden, neem daarbij 3 steken op naast de pink, = 35 steken. Brei 2 toeren. Houdt dan de 3 steken van de pink + 5 steken aan beide kanten hiervan op de breinaalden en zet de overige 22 steken terug op de hulpnaald.

Ringvinger: 13 steken. Zet daarbij 1 nieuwe steek op naast de steken op de hulpnaald, = 14 steken. Brei 7½ cm in het rond en kant af net als bij de pink.

Middelvinger: Zet 5 steken van beide kanten van de hulpnaald terug op de breinaalden, neem daarbij 3 steken op naast de ringvinger en zet 1 nieuwe steek op naast de steken op de hulpnaald, = 14 steken. Brei 8½ cm in het rond en kant af als bij de pink.

Wijsvinger: Zet de resterende 12 steken van de hulpnaald terug op de breinaalden, neem daarbij 3 steken op naast de middelvinger, = 15 steken. Brei 7 cm in het rond en kant af als bij de pink.

Duim: Zet de duimsteken terug op de breinaalden en neem daarbij 3 steken op van de rand boven de duimsteken, = 14 steken. Brei 6 cm in het rond en kant af als bij de pink.

Linker handschoen: Brei de rechter handschoen in spiegelbeeld. Meerder voor de duimsteken aan beide kanten van de 18e steek van de palm. Brei dan de pink als volgt: zet de eerste 17 steken op 1 hulpnaald (= rug van de hand), houdt de volgende 8 steken op de naald en plaats de laatste 15 steken op een tweede hulpnaald (= palm).