Categorie | Baby |
Aanbevolen garen | Larra |
Type | Jurk |
Techniek | breien |
Maten | 56/62 - 68/74 - 80/86 |
Talen |
Jurkje van Larra
By ScheepjesMateriaal: Scheepjes Larra wit (7310) 4–5–5 bollen, grijs (7324) 2 bollen, 4 knoopjes. Breinaald nummer 3½.
Stekenverhouding: 24 steken en 33 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
Gebruikte steken:
Tricotsteek: Recht op de goede, averecht op de verkeerde kant.
Boordsteek: Afwisselend 1 steek recht en 1 steek averecht.
Werkwijze:
Rugpand: Zet 110–116–122 steken op met wit en brei 1 naald recht, 2 naalden recht met grijs en 2 naalden recht met wit. Brei verder in tricotsteek. Minder bij 3½ cm hoogte als volgt: 1 kantsteek, *2 steken recht samenbreien, 1 steek recht, herhaal vanaf *, = 74–78–82 steken. Brei 1 naald recht op de verkeerde kant en verder in tricotsteek tot 13–16–19 cm hoogte. Minder verdeeld over de naald tot 56–60–64 steken. Brei 1 naald recht op de verkeerde kant en verder in tricotsteek. Kant bij 16–19–27 cm hoogte voor de armsgaten 2 x 2 en 1 x 1 steken af aan beide kanten van elke 2e naald. Kant bij 25–29–33 cm hoogte voor de hals de middelste 24–26–28 steken af en brei beide kanten apart verder tot 26–30–34 cm totale hoogte. Kant de steken voor de schouders af.
Voorpand: Brei als het rugpand tot 23–27–31 cm hoogte. Kant voor de hals de middelste 12–14–16 steken af en brei beide kanten apart verder. Kant aan halskant nog 1 x 3, 1 x 2 en 1 x 1 steken af in elke 2e naald. Kant de steken voor de schouders op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.
Mouwen: Zet met wit 44–48–50 steken op en brei 1 naald recht, 2 naalden recht met grijs en 2 naalden recht met wit. Brei verder met wit in tricotsteek. Meerder voor de mouwwijdte 2–2–4 x 1 steken aan beide kanten van elke 16e–16e–12e naald. Kant bij 14–16–19 cm hoogte voor de mouwkop 2 x 2 en 2 x 1 steken af aan beide kanten van elke 2e naald. Kant de overige steken af.
Afwerking: Borduur met grijs bloemetjes op het pasje van het voorpand. Zet met wit voor het halsboord van het voorpand 5 steken op en neem aansluitend langs de voorhals circa 36–38–40 en zet aan het einde van de naald nog 5 steken op de naald erbij. Brei 1 naald recht, 2 naalden recht met grijs en 2 naalden recht met wit. Kant af. Neem langs de achterhals 28–30–32 steken op met wit en brei een boordje als bij het voorpand. Naai de schoudernaden aan armsgatkant met een steekje vast. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit mouw- en zijnaden. Maak een lusje aan de zijkanten van het voorhalsboordje en 2 lusjes aan elke schouder van het voorpand. Naai de knoopjes aan. Naai eventueel een bandje op de onderrand.