Herentrui van Cotton 8

Materiaal: Scheepjes Cotton 8 groen (517) 14–16 bollen, breinaalden nummer 4½ met en zonder knop.

Stekenverhouding: 18 steken en 24 naalden met dubbele draad in tricotsteek en 20 steken en 24 naalden in kabelpatroon gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.

Gebruikte steken:

Boordsteek: Afwisselend 2 steken recht en 2 steken averecht.

Tricotsteek: Recht op de goede, averecht op de verkeerde kant.

Kabelpatroon: Brei volgens teltekening. Alleen de heengaande naalden zijn aangegeven, de teruggaande naalden averecht breien. + = kantsteek, open ruitje = recht, \ = zet 3 steken op een hulpnaald voor het werk, brei de volgende 3 steken recht, dan de 3 steken van de hulpnaald recht breien, / = zet 3 steken op een hulpnaald achter het werk, brei de volgende 3 steken recht, dan de 3 steken van de hulpnaald recht breien. Herhaal steeds de 12 naalden in de hoogte.

Werkwijze:

Rugpand: Zet met dubbele draad 98–112 steken op en brei 6 cm boordsteek, meerder in de laatste teruggaande naald verdeeld tot 100–112 steken. Brei verder in tricotsteek. Kant bij 46 cm hoogte voor de armsgaten aan beide kanten 3 steken af en aan beide kanten van elke volgende 2e naald nog 1 x 2 en 2 x 1 steken. Kant bij 64–65 cm hoogte voor de hals de middelste 22 steken af en brei beide kanten apart verder. Kant aan de halskant in de 2e volgende naald nog 1 x 7 steken af. Kant bij 66–67 cm hoogte de overige 25–31 steken af voor de schouders.

Voorpand: Zet met dubbele draad 98–112 steken op en brei 6 cm boordsteek, meerder in de laatste teruggaande naald verdeeld tot 110–122 steken. Brei verder in kabelpatroon. Kant bij 46 cm hoogte voor de armsgaten aan beide kanten 3 steken af en aan beide kanten van elke volgende 2e naald nog 1 x 2 en 3 x 1 steken. Kant bij 58–59 cm hoogte voor de hals de middelste 18 steken af, hierbij verdeeld 2 x 2 steken samen breien (dit is voor de breedte van de hals) en brei beide kanten apart verder. Kant aan de halskant in elke 2e volgende naald nog 1 x 3, 2 x 2 en 4 x 1 steken af. Kant bij 66–67 cm hoogte de overige 27–33 steken af voor de schouders, hierbij verdeeld 2x2 steken samen breien.

Mouwen: Zet met dubbele draad 42–46 steken op en brei 6 cm boordsteek, meerder in de laatste teruggaande naald verdeeld tot 46–48 steken. Brei verder in tricotsteek. Meerder voor de mouwwijdte 10–13x 1 steek aan beide kanten van elke volgende 10e–8e naald, = 66–74 steken. Kant bij 51 cm hoogte voor de mouwkop aan beide kanten 3 steken af en aan beide kanten van elke volgende 2e naald nog 1 x 2, 7 x 1, 1 x 2 en 1 x 3 steken. Kant de overige 32–40 steken af.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem met dubbele draad en naalden zonder knop rond de hals 88 steken op en brei 4 cm boordsteek. Kant in boordsteek af. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit de mouw- en zijnaden.