Damesvest van Roma Big Rainbow

Materiaal: Scheepjes Roma Big Rainbow lila/ (23) 6–7–7 bollen, breinaalden nummer 9/10.

Stekenverhouding: 8 steken en 12 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.

Gebruikte steken:

Boordsteek: Afwisselend 1 steek recht en 1 steek averecht.

Tricotsteek: Recht op de goede, averecht op de verkeerde kant.

Kabel: Brei volgens teltekening. Alleen de heengaande naalden zijn aangegeven, de teruggaande naalden breien zoals de steken zich voordoen. Open ruitje = recht, x = averecht, x\ = 3 steken naar links kruisen: Zet 2 steken op een hulpnaald voor het werk, brei de volgende steek averecht, dan de 2 steken van de hulpnaald recht breien, /x = 3 steken naar rechts kruisen:Zet 1 steek op een hulpnaald achter het werk, brei de volgende 2 steken recht, dan de steek van de hulpnaald averecht breien, xx\ = 4 steken naar links kruisen: Zet 2 steken op een hulpnaald voor het werk, brei de volgende 2 steken averecht,dan de 2 steken van de hulpnaald recht breien, /xx= 4 steken naar rechts kruisen: Zet 2 steken op een hulpnaald achter het werk, brei de volgende 2 steken recht, dan de 2 steken van de hulpnaald averecht breien, / = 5 steken naar rechts kruisen: Zet 3 steken op een hulpnaald achter het werk, brei de volgende 2 steken recht, zet de 3e steek weer op de linkernaald en brei deze averecht achter de 2 steken van de hulpnaald om, brei dan de laatste 2 steken van de hulpnaald recht.

Patroonsteek:
Heengaande naalden: *2 steken recht, 2 steken averecht, herhaal vanaf *.
Teruggaande naalden: averecht.

Werkwijze:
Rugpand: Zet 40–44–46 steken op en brei 8 cm boordsteek. Brei verder in tricotsteek. Kant bij 40 cm hoogte voor de armsgaten aan beide kanten 1 steek af en aan beide kanten van de volgende 2e naald nogmaals 1 steek. Kant bij 58–59–60 cm hoogte voor de hals de middelste 20 steken af en brei beide kanten tot 60–61–62 cm totale hoogte. Kant af.

Rechter voorpand: Zet 20–22–23 steken op en brei in de 1e naald op de verkeerde kant 12–14–15 steken boordsteek en 8 steken patroonsteek (teruggaande naald). Brei bij 8 cm hoogte verder in de volgende indeling: Brei de 8 steken patroonsteek, brei op de volgende 8 steken de 11 steken kabel, hierbij verdeeld 3 steken meerderen, 1 steek averecht, 3–5–6 steken tricotsteek. Minder aan de zijnaad voor het armsgat als bij het rugpand. Brei tot 58–59–60 cm hoogte. Zet de 8 steken patroonsteek op een stekenhouder, kant de volgende 2 steken af. Brei verder tot 60–61–62 cm hoogte en kant de overige 11–13–14 steken af, hierbij verdeeld 3 x 2 steken samen breien.

Linker voorpand: Brei het rechter voorpand in spiegelbeeld.

Mouwen: Zet 18–18–22 steken op en brei 8 cm boordsteek. Brei verder in tricotsteek en meerder voor de mouwwijdte 6–7–6x aan beide kanten van elke 7e–6e–7e naald 1 steek, = 30–32–34 steken. Kant bij 48 cm hoogte voor de mouwkop aan beide kanten 1 steek af en aan beide kanten van elke volgende 2e naald nog 2 x 1, 1 x 2 en 1 x 3 steken. Kant de overige 14–16–18 steken af.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Brei de 8 steken patroonsteek van het rechtervoorpand, neem langs de hals verdeeld 30 rechte steken op en brei de 8 steken patroonsteek van het linker voorpand, = 46 steken. Brei aan beide kanten de 8 steken patroonsteek door en brei op de middelste 30 steken tricotsteek. Splits bij 29 cm capuchon hoogte het werk en brei beide kanten apart verder. Kant vanaf midden achter 1 steek af en in de volgende 2e naald 3 steken en in de 2e daaropvolgende 2e naald 5 steken. Kant de overige steken af. Sluit de bovennaad. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit de mouw– en zijnaden.