Categorie | Vrouwen |
Aanbevolen garen | Pittsburgh |
Type | Vest |
Techniek | breien |
Maten | 36/38 – 40/42 – 44/46 |
Damesvest van Pittsburgh
By ScheepjesMateriaal: Scheepjes Pittsburgh wit (9143) 3–3–4 bollen, grijs (9175) 2 bollen, blauw (9196) 2 bollen, breinaalden nummer 7.
Stekenverhouding: 11 steken en 16 naalden met dubbele draad in averechte tricotsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
Gebruikte steken:
Boordsteek: Afwisselend 1 steek recht en 1 steek averecht.
Averechte tricotsteek: Averecht op de goede, recht op de verkeerde kant.
Streeppatroon: *10 naalden 1 draad wit + 1 draad grijs, 10 naalden 1 draad wit + 1 draad blauw, herhaal vanaf *.
Werkwijze:
Rugpand: Zet 52–58–62 steken op met 1 draad blauw + 1 draad grijs en brei 5 cm boordsteek, meerder of minder in de laatste naald tot 53–58–61 steken. Brei verder in averechte tricotsteek en streeppatroon. Kant bij 51–50–49 cm hoogte voor de armsgaten 1 x 2 en 2 x 1 steken af aan beide kanten van elke 2e naald. Kant bij 69 cm hoogte de middelste 19–20–21 steken af voor de hals en brei beide kanten apart verder tot 70 cm hoogte. Kant de 12–14–15 steken af voor de schouders.
Rechter voorpand: Zet 28–30–32 steken op met 1 draad blauw + 1 draad grijs en brei boordsteek, begin op de verkeerde kant met 1 steek recht. Brei na 5 cm verder in de volgende indeling: De eerste 5 steken boordsteek door breien met 1 draad blauw + 1 draad grijs, op de overige steken averechte tricotsteek breien in streeppatroon. Sla bij het wisselen van kleur tussen boordsteek en averechte tricotsteek de draden om elkaar om gaatjes te voorkomen. Minder bij 46 cm hoogte voor de hals 6–6–7 x 1 steek als volgt: 5 steken boordsteek, de volgende 2 steken averecht samenbreien. Minder voor het armsgat als bij het rugpand. Zet bij 70 cm hoogte de 5 steken boordsteek op een stekenhouder en kant de overige steken af voor de schouder.
Linker voorpand: Brei het rechter voorpand in spiegelbeeld. Minderingen voor de hals: Brei de naald uit tot er nog 7 steken op de naald staan, 2 steken averecht samen breien, 5 steken boordsteek.
Mouwen: Zet 24–24–26 steken op met 1 draad blauw en 1 draad grijs en brei 7 cm boordsteek, meerder voor maat 40/42 in de laatste teruggaande naald 1 steek. Brei verder in averechte tricotsteek en streeppatroon, begin het streeppatroon met 1 draad wit + 1 draad blauw. Meerder voor de mouwwijdte 8–8–9 x 1 steek aan beide kanten van elke 7e–7e–6e naald. Kant bij 47 cm hoogte voor de mouwkop 1 x 2, 5 x 1, 1 x 2 en 1 x 3 steken af aan beide kanten van elke 2e naald. Kant de overige steken af.
Afwerking: Neem de 5 steken van de stekenhouder op de naald, zet aan de kant van het pand 1 steek op de naald erbij voor het vastnaaien en brei boordsteek tot het midden van de achterhals. Maas of naai beide kanten aan elkaar. Naai de bies in de achterhals. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit de zij- en mouwnaden.