Damesvest van Pittsburgh

Materiaal: Scheepjes Pittsburgh fuchsia (9190) 5–5–6 bollen, breinaalden nummer 5, 1 knoop.

Stekenverhouding: 18 steken en 24 naalden in tricotsteek en 18 steken en 33 naalden in ribbelsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.

Gebruikte steken:

Tricotsteek: Recht op de goede, averecht op de verkeerde kant.

Nop: Brei uit 1 steek (1 recht, 1 averecht, 1 recht, 1 averecht, 1 recht), keer, 5 steken averecht, keer, 5 steken recht, keer, 5 steken averecht, keer, 5 steken recht, haal steek voor steek over de laatste steek.

Patroonsteek: Brei volgens teltekening. Alleen de heengaande naalden zijn aangegeven, de teruggaande naalden averecht breien. Open hokje = tricotsteek, N = Nop.

Ribbelsteek: alle naalden recht.

Werkwijze: Het vest wordt overdwars gebreid en begint met de linkermouw. Zet 38–40–42 steken op en brei 10 cm ribbelsteek. Brei verder in patroonsteek en meerder voor de mouwwijdte 11–12–13 x 1 steek aan beide kanten van elke 8e–8e–7e naald. Zet bij 52 cm hoogte aan beide kanten 10 steken op de naald erbij. Merk met een contrasterende draad het midden. Zet aan de rechter zijkant, voor de ronding van het rugpand, aan het einde van elke 2e naald. 1 x 3, 1 x 2, 1 x 1, 1 x 2 en 6 x 1 steken op de naald erbij en aansluitend 3 x 1 steek aan het einde van elke 4e naald. Kant aan de linker zijkant, voor de ronding van het voorpand, na 21–23–27 naalden (vanaf de 10 opgezette steken) 1 steek af. Kant nog 2 x 1 steek af aan het begin van elke volgende 4e naald en aansluitend nog aan het begin van elke 2e volgende naald: 2 x 1, 1 x 2, 1 x 1, 1 x 2, 1 x 1, 1–2–3 x 2, 3 x 3 en 1 x 7 steken. Splits voor de hals bij 66–68–70 cm (zie contrasterende draad) het werk en brei beide kanten apart verder. Kant voor de voorhals (aan de linkerkant van de contrasterende draad) 1 x 3 steken af en aan het begin van elke 2e naald nog 2 x 2 en 4 x 1 steken. Kant voor de achterhals 1 x 1 steek af en nog 1 x 1 steek in de 4e volgende naald. Bij 75–77–79 cm hoogte is het midden van het rugpand bereikt (merk het midden). Brei vanaf hier het vest in spiegelbeeld. Brei voor het rugpand het aantal naalden waarover niet gemeerderd is en minder hierna de eerder gemeerderde steken in spiegelbeeld. Zet voor het rechtervoorpand weer 7 steken op en brei het linkervoorpand in spiegelbeeld, zet aan de linkerkant dus steeds steken op. Meerder voor de voor- en achterhals in spiegelbeeld. Brei na de hals weer over alle steken. Kant bij 98–102–106 cm aan beide kanten weer 10 steken af en brei over de overige steken de rechtermouw, Minder waar in de linkermouw gemeerderd is. Brei bij 140–144–148 cm hoogte nog 10 cm ribbelsteek en kant af.

Afwerking: Sluit de mouw- en zijnaden. Neem langs de voorpanden en de onderkant van het rugpand steken op (circa 18 steken per 10 cm) en brei 4 cm ribbelsteek. Kant af. Neem langs de hals, ook boven de sluitbiezen, 85 steken op en brei ribbelsteek. Brei na 2 cm boven de rechter sluitbies, een knoopsgat. Kant hiervoor de 4e steek af en zet deze er in de volgende naald weer bij op. Meerder bij 4 cm hoogte verdeeld tot 93 steken en brei verder voor de capuchon, eveneens in ribbelsteek. Merk de middelste steek. Kant aan de zijkanten 1 x 3 steken af. Minder hierna nog 1 x 2 in de 2e volgende naald en 3 x 1 steken in elke 4e naald. Meerder middenachter, aan beide kanten van de middelste steek, 4 x 1 steek in elke 4e naald en 3 x 1 steek in afwisselend elke 2e en 4e naald. Kant bij 33 cm hoogte van de capuchon de middelste steek af en brei beide kanten apart verder. Kant vanaf middenachter nog 1 x 1, 1 x 3, 1 x 5, 1 x 12 en 1 x 23 steken af in elke 2e naald. Sluit de bovennaad. Naai de knoop aan.