Damesvest van Merino Soft

Materiaal: Scheepjes Merino Soft wit (602) 3–3–4 bollen, grijs (604) 12–13–14 bollen, breinaalden 4, kabelnaald.

Stekenverhouding: 22 steken en 26 naalden in tricotsteek gebreid met naalden 4, is 10 x 10 cm. 24 steken en 26 naalden in dubbele gerstekorrel gebreid met naalden 4, is 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.

Gebruikte steken:

Boordsteek: Afwisselend 2 steken recht, 2 steken averecht.

Tricotsteek: Recht op de goede, averecht op de verkeerde kant.

Dubbele gerstekorrelsteek:
1e naald: Afwisselend 1 steek recht en 1 steek averecht.
2e naald: Recht boven recht, averecht boven averecht.
3e naald: Recht boven averecht, averecht boven recht.
4e naald: Recht boven recht, averecht boven averecht.
Herhaal deze 4 naalden.

Kabelpatroon volgens teltekening. Alleen de heengaande naalden zijn aangegeven, de teruggaande naalden breien zoals de steken zich voordoen. Herhaal deze 20 naalden in de hoogte.

Verklaring tekens: X = averecht, open ruitje = recht, \ = 3 steken naar links kabelen: zet 3 steken op een hulpnaald voor het werk, brei de volgende 3 steken, dan de 3 steken van de hulpnaald breien, / = 3 steken naar rechts kabelen: Zet 3 steken op een hulpnaald achter het werk, brei de volgende 3 steken, dan de 3 steken van de kabelnaald breien.

Verkorte toer aan de goede kant: Brei het aantal steken op de naald volgens uw patroon, haal de volgende steek af alsof u deze averecht gaat breien, haal het garen naar de voorkant van het werk, zet de afgehaalde steek terug op de linkernaald, keer het werk en brei de naald weer terug. In de volgende naald, als u bij het punt komt waar u de vorige naald gekeerd heeft, breit u de steek en de omslag recht samen en breit u de naald verder uit.

Werkwijze:

Rugpand: Zet 106–114–126 steken op met beige en brei 8 cm boordsteek. Meerder in de laatste naald 0–2–0 steken. Ga verder in dubbele gerstekorrelsteek. Kant bij een totale hoogte van 50 cm voor de armsgaten aan beide kanten 1 x 2 en 3 x 1 steken af in elke 2e naald. Brei verder tot een hoogte van 68–69–70 cm. Kant de middelste 44–48–52 steken af voor de hals en brei beide kanten apart verder. Kant aan de halskant in de volgende 2e naald nog 1 x 2 steken af. Kant bij 70–71–72 cm hoogte de overige steken voor de schouders af.

Rechter voorpand: Zet 30–34–38 steken op met beige en aansluitend 25 steken met wit. Brei de eerste 25 steken volgens teltekening (kabelpatroon), de overige 30–34–38 steken in boordpatroon. Sla bij het wisselen van de kleur de draden om elkaar om gaatjes te voorkomen.
Meerder in de laatste naald van het boord 2 steken. Ga na 8 cm boordpatroon hierboven verder in dubbele gerstekorrel, de overige steken verder blijven breien in kabelpatroon.
Bij een totale hoogte van 20 cm verkorte toeren breien, 5 x 6 – 1 x 6 en 4 x 7 – 1 x 6 en 4 x 8 steken.
Het kabelpatroon daarnaast door blijven breien volgens teltekening.
Na de verkorte toeren over de 32–36–40 steken 3 cm boordsteek breien en deze steken afkanten.
Zet de 25 steken van het kabelpatroon op een hulpnaald. Zet 32–36–40 steken op met beige en brei dubbele gerstekorrel. Bij een totale hoogte van 19 cm de steken van de hulpnaald opnemen en het geheel samen verder breien.
Brei het armsgat op dezelfde hoogte als bij het rugpand.
Bij een totale hoogte van 62–63–64 cm voor de hals als volgt minderen: 1 x 6, 1 x 5, 3 x 3, 3 x 2 en 2 x 1 – 2 x 6, 3 x 3, 3 x 2 en 2 x 1 – 1 x 6, 1 x 5, 1 x 4, 3 x 3, 2 x 2 en 2 x 1 steken in elke 2e naald. Kant de steken voor de schouder op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.
Brei het tweede voorpand in spiegelbeeld.

Mouwen: Zet 54 steken op met beige en brei 8 cm boordsteek. Ga verder in tricotsteek.
Meerder na het boord voor de mouwwijdte 13–15–17x aan beide kanten van om en om elke 8e en 10e – elke 8e – om en om elke 6e en 8e naald 1 steek.
Kant bij 48 cm hoogte voor de mouwkop aan beide kanten 1 x 3 steken af. Kant in elk volgende 2e naald nog 3 x 1 en 1 x 2 steken af.
Kant de overige steken af.

Afwerking: Sluit de schoudernaden.
Neem langs de hals met beige 74–78–82 steken op en brei 8 cm boordpatroon.
Maak op 4 cm hoogte een knoopsgat aan de rechterkant door de 5e en 6e steek af te kanten en in de volgende naald op dezelfde hoogte weer 2 steken erbij te maken.
Sluit de zijnaden en naai de mouwen aan de panden. Het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad.
Naai de zak vast aan het voorpand. Zet de knoop aan.