Damesvest van Larra

Materiaal: Scheepjes Larra rood 12–13–14 bollen, naalden nummer 3½.

Stekenverhouding: 23 steken en 32 naalden in patroonsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.

Gebruikte steken:

Boordsteek: Afwisselend 1 steek recht en 1 steek averecht.

Ajourpatroon: Brei volgens teltekening. Alleen de heengaande naalden zijn aangegeven, de teruggaande naalden averecht breien. Verklaring der tekens: v = recht, open hokje= heeft geen betekenis, deze geldt alleen ter verduidelijking van het telpatroon, \ = 2 steken recht samenbreien, / = 1 steek afhalen, 1 steek recht breien en de afgehaalde steek overhalen, o = omslag, ^ = 1 steek afhalen, 2 steken recht samenbreien en over de afgehaalde steek overhalen.

Patroonsteek 1:
1e naald: Recht.
2e naald: 2 steken recht, *1 steek averecht, 2 steken recht, herhaal vanaf*.
Herhaal steeds deze 2 naalden.

Patroonsteek 2:
1e naald (verkeerde kant): Recht.
2e naald: Averecht.
3e naald: Recht.
4e naald: Recht.
5e naald: Averecht.
6e naald: Averecht.
7e naald: Recht.
8e naald: Averecht.
9e naald: Averecht.
10e naald: Recht.
Herhaal steeds deze 10 naalden.

Werkwijze:
Rugpand: Zet 104–114–124 steken op en brei 5 naalden boordsteek, meerder of minder in de laatste naald verdeeld tot 105–117–123 steken. Brei 50 naalden ajourpatroon, meerder in de laatste naald verdeeld tot 107–116–125 steken. Brei verder in patroonsteek 1 tot 46–45–44 cm totale hoogte. Minder voor de armsgaten 6 x 1 steken aan weerszijden van elke 2e naald. Kant bij 65 cm totale hoogte voor de hals de middelste 19–20–19 steken af en brei beide delen afzonderlijk verder. Minder aan halszijde nog 2 x 6 steken in elke 2e naald. Kant bij 67 cm totale hoogte de steken voor de schouders af.

Linker voorpand: Zet 50–56–62 steken op en brei 5 naalden boordsteek, meerder in de laatste naald tot 51–57–63 steken. Brei 50 naalden ajourpatroon, meerder of minder in de laatste naald tot 53–57–62 steken. Brei 35–39–44 steken patroonsteek 1 en kant de overige 18 steken af voor de sjaal kraag. Minder aan halszijde 3 x 1 steken in elke volgende 20e naald. Minder voor het armsgat als bij rugpand. Kant de steken voor de schouder af op dezelfde hoogte als bij het rugpand.

Rechter voorpand: Brei dit in spiegelbeeld.

Mouwen: Zet 90 steken op en brei 5 naalden boordsteek, meerder in de laatste naald tot 93 steken. Brei 42 naalden ajourpatroon, minder in de laatste naald verdeeld tot 65–68–71 steken. Brei verder in patroonsteek 1 en meerder voor de mouwwijdte 14–15–15 x 1 steken aan weerszijden van elke 4e naald. Minder bij 35 cm totale hoogte 5 x 1 steken aan weerszijden van elke 2e naald. Kant bij 38 cm totale hoogte de overige steken af.

Kraag: Zet 358 steken op en brei patroonsteek 2. Kant na 5 naalden aan weerszijden 40 steken af en brei tot 9 cm totale hoogte. Kant 1 x 40, 8 x 5 en 2 x 10 steken af aan weerszijden van elke 2e naald, minder tegelijkertijd in de laatste teruggaande naald verdeeld over de naald 12 steken. Kant de overige 66 steken af.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Naai de sjaal kraag aan de panden, het smalle biesje aan weerszijden van de sjaal kraag langs het ajourgedeelte en boordsteek naaien. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit de zijnaden.