Damesvest van Larra

Materiaal: Scheepjes Larra grijs (7327) 11–12–12 bollen, breinaalden en lange rondbreinaald nummer 3.

Stekenverhouding: 24 steken en 36 naalden in ajourpatroon gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.

Gebruikte steken:

Ajourpatroon: Brei volgens telpatroon. Alleen de heengaande naalden zijn aangegeven, de teruggaande naalden averecht breien. + = kantsteek, open ruitje = recht, o = omslag, ^ = 2 steken samen afhalen, 1 recht en de afgehaalde steken overhalen, < = overhaling (1 steek afhalen, 1 recht en de afgehaalde steek overhalen), > = 2 steken recht samen breien.

Boordsteek: Afwisselend 2 steken recht en 2 steken averecht.

Werkwijze:

Rugpand: Zet 113–125–137 steken op en brei ajourpatroon. Minder vanaf 10 cm hoogte 5x aan beide kanten van elke 8e naald 1 steek, = 103–115–127 steken. Meerder vanaf 22 cm hoogte 5–3–2x aan beide kanten van elke volgende 12e–20e–30e naald 1 steek, = 113–121–131 steken. Kant bij 44 cm hoogte voor de armsgaten aan beide kanten 3 steken af en aan beide kanten van elke volgende 2e naald nog 2 x 2, 3–4–5 x 1 steken. Kant bij 58–59–60 cm hoogte voor de hals de middelste 17– 19–21 steken af en brei beide kanten apart verder. Kant aan de halskant in elke volgende 2e naald nog 5 x 3 steken af. Kant bij 62–63–64 cm hoogte de overige 23–25–28 steken af voor de schouders.

Rechter voorpand: Zet 17–20–23 steken op en brei ajourpatroon. Zet voor de ronding middenvoor aan het einde van de 1e naald (= verkeerde kant) 4 steken op de naald erbij en aan het einde van elke volgende 2e naald nog 1–2–3 x 3, 3 x 2 en 3 x 1 steken. Zet aansluitend aan het einde van elke volgende 4e naald nog 8 x 1 steek op de naald erbij. Minder en meerder ondertussen aan de zijnaad als bij het rugpand. Minder bij 38–39–40 cm hoogte voor de schuine kant van de hals 8–9–10 x 1 steek in elke 10e–8e–8e naald. Minder door naast de kantsteek een overhaling te maken. Minder voor het armsgat als bij het rugpand. Kant de overige 23–25–28 steken voor de schouder op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.

Linker voorpand: Brei het rechter voorpand in spiegelbeeld. Minder voor de hals door naast de laatste kantsteek 2 steken recht samen te breien.

Mouwen: Zet 62–66–74 steken op en brei 8 cm boordsteek, meerder in de laatste teruggaande naald verdeeld tot 65–71– 77 steken. Brei verder in ajourpatroon en meerder voor de mouwwijdte 9–9–8x aan beide kanten van elke 8e–8e–10e naald 1 steek, = 83–89–93 steken. Kant bij 33 cm hoogte voor de mouwkop aan beide kanten 3 steken af en aan beide kanten van elke volgende 2e naald nog 2 x 2, 11–12–14 x 1, 1 x 2 en 1 x 3 steken. Kant de overige 41–45–45 steken af.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit de mouw- en zijnaden. Neem met een lange rondbreinaald langs de onderkant van het rugpand, de voorpanden en de hals steken op (circa 28 steken per 10 cm, op de rondingen iets meer, het totale aantal moet deelbaar zijn door 4) en brei 8 cm boordsteek. Kant in boordsteek af.