Categorie | Vrouwen |
Aanbevolen garen | |
Type | Vest |
Techniek | breien |
Maten | 36/38 – 40/42 – 44/46 |
Damesvest van Highlands
By ScheepjesMateriaal: Scheepjes Highlands grijsblauw (509) 10–11–12 bollen, breinaalden nummer 5½, 6 knopen.
Stekenverhouding: 16 steken en 20 naalden in patroonsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
Gebruikte steken:
Boordsteek: Afwisselend 2 steken recht en 2 steken averecht.
Patroonsteek:
1e naald (goede kant): 0–3–0 steken recht, *2 steken averecht, 5 steken recht, herhaal vanaf *, eindig met 0–3–0 steken recht.
2e naald: Averecht.
Herhaal deze 2 naalden.
Om te voorkomen dat de uiteinden van de franjes gaan pluizen, kunt u ook i.p.v. franjes lussen maken, bovenkant omwinden, vastknopen en de uiteinden door het breiwerk steken en opnieuw vastknopen.
Werkwijze:
Rugpand: Zet 70–78–86 steken op en brei 8 cm boordsteek, meerder in de laatste teruggaande naald voor maat 36/38 tot 72 steken. Brei verder in patroonsteek. Minder vanaf het boord voor de taille 3 x 1 steek aan beide kanten van elke 8e naald. Meerder vanaf 23 cm hoogte 3 x 1 steek aan beide kanten van elke 10e naald. Kant bij 44–43–42 cm hoogte voor de armsgaten 1 x 2–3–3 en 3–3–5 x 1 steek aan beide kanten van elke 2e naald. Kant bij 62 cm hoogte voor de hals de middelste 14-16-18 steken af en brei beide kanten apart verder. Kant aan de halskant nog 1 x 6 steken af in de 2e naald. Kant bij 64 cm hoogte de overige 18–19–20 steken voor de schouders af.
Linker voorpand: Zet 38–42–46 steken op en brei 8 cm boordsteek, meerder in de laatste teruggaande naald tot 41–44–47 steken. Meerder niet boven de laatste 8 steken, deze zijn voor de sluitbies. Brei verder in patroonsteek. Kant voor het armsgat af als bij het rugpand. Zet bij 57 cm hoogte de laatste 8 steken van de sluitbies op een stekenhouder. Kant voor de hals nog 1 x 3–4–4 steken af. Kant hierna nog 2 x 2 en 3 x 1 steken af in elke 2e volgende naald. Kant de steken voor de schouder op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.
Rechter voorpand: Brei het linkervoorpand in spiegelbeeld. Brei in de sluitbies op 3, 14, 25, 36, 47 en 58 cm hoogte een knoopsgat. Kant voor een knoopsgat de 5e steek af en zet deze er in de volgende naald weer bij op.
Mouwen: Zet 34–38–38 steken op en brei 8 cm boordsteek, meerder in de laatste teruggaande naald tot 36–38–40 steken. Brei verder in patroonsteek, begin met 3–4–5 steken recht. Meerder vanaf het boord voor de mouwwijdte 8–9–10 x 1 steek aan beide kanten van elke 9e–8e–7e naald. Kant bij 47 cm hoogte voor de mouwkop 1 x 2–3–3, 4 x 1, 1 x 2 en 1 x 3 steken af aan beide kanten van elke 2e naald. Kant de overige steken af.
Afwerking: Sluit de schoudernaden. Brei de steken van de stekenhouder van het rechter voorpand, neem langs de hals 54–58–62 steken op en brei aansluitend de steken van de stekenhouder van het linker voorpand. Brei over alle steken 4 cm boordsteek, vergeet niet het laatste knoopsgat. Kant alle steken in boordsteek af. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit de zij- en mouwnaden. Naai de knopen aan. Knip voor de franjes draden van 12 cm en knoop deze driedubbel op de pas. De bovenste franjes op het midden van het halsboord knopen. Knoop nog 2 rijen franjes daaronder.