Categorie | Vrouwen |
Aanbevolen garen | Cotton 8 |
Type | Vest |
Techniek | breien |
Maten | 36/38 - 40/42 - 44/46 |
Damesvest van Cotton 8
By ScheepjesMateriaal: Scheepjes Cotton 8 rood (510) 7–8–8 bollen, 3 knopen, breinaalden en lange rondbreinaald nummer 3.
Stekenverhouding: 28 steken en 40 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
Gebruikte steken:
Tricotsteek: Recht op de goede, averecht op de verkeerde kant.
Boordsteek: Afwisselend 2 steken recht en 2 steken averecht.
Werkwijze:
Rugpand: Zet 120–130–142 steken op en brei tricotsteek. Kant bij 36 cm hoogte voor de armsgaten aan beide kanten 3 steken af. Kant aan beide kanten van elke volgende 2e naald nog 2 x 2 en 4 x 1 steken af. Kant bij 52–53–54 cm hoogte voor de hals de middelste 20 steken af en brei beide kanten apart verder. Kant aan de halskant in elke 2e naald nog 3 x 6 steken af. Kant de overige 21–26–32 steken voor de schouders af bij 54–55–56 cm hoogte.
Rechter voorpand: Zet 25–27–30 steken op en brei tricotsteek. Zet aan het einde van de 1e naald (= verkeerde kant) voor de ronding 7 steken op de naald erbij en aan het einde van elke volgende 2e naald nog 1 x 5, 1 x 4, 2–3–4 x 3, 2 x 2 en 6 x 1 steken en aansluitend aan het einde van elke volgende 4e naald nog 2 x 1 steek, = 59–64–70 steken. Minder vanaf 30 cm hoogte voor de schuine kant van de hals 27 x 1 steek in afwisselend elke 2e en 4e naald. Minder als volgt: 1 kantsteek, 1 overhaling (= 1 steek afhalen, 1 steek recht en de afgehaalde steek over de gebreide steek halen). Kant bij 36 cm hoogte voor het armsgat af als bij het rugpand. Kant de overige 21–26–32 steken voor de schouder op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.
Linker voorpand: Brei het rechtervoorpand in spiegelbeeld. Minderingen voor de hals: Brei de naald tot er nog 3 steken op de linkernaald staan, 2 steken recht samen breien, 1 kantsteek.
Mouwen: Zet 78–86–92 steken op en brei 6 cm boordsteek, meerder in de laatste teruggaande naald voor maat 36/38 verdeeld 2 steken, = 80–86–92 steken. Brei verder in tricotsteek en meerder voor de mouwwijdte aan beide kanten van elke 7e naald 8 x 1 steek, = 96–102–108 steken. Kant bij 22 cm hoogte voor de mouwkop aan beide kanten 3 steken af en aan beide kanten van elke volgende 2e naald nog 2 x 2, 13 x 1, 1 x 2 en 1 x 3 steken. Kant de overige 46–52–58 steken af.
Afwerking: Sluit de schoudernaden. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit de mouw– en zijnaden. Neem met de lange rondbreinaald langs de onderkant, voorpanden en hals steken op (circa 31 steken per 10 cm, op de rondingen wat meer, langs de achterhals wat minder), het totale aantal moet deelbaar zijn door 4 en brei boordsteek in het rond. Brei op 2 cm hoogte in het rechtervoorpand verdeeld 3 knoopsgaten. Kant voor een knoopsgat 2 steken af en zet deze er in de volgende naald weer bij op. Kant bij 4 cm boordhoogte alle steken in boordsteek af. Naai de knopen aan.