Categorie | Vrouwen |
Aanbevolen garen | Larra |
Type | Tuniek |
Techniek | haken |
Maten | 36/38 - 40/42 - 44/46 |
Damestuniek van Larra
By ScheepjesMateriaal: Scheepjes Larra fuchsia (7372) 14–15–16 bollen, haaknaald nummer 5.
Stekenverhouding: 15 steken en 7 toeren met dubbele draad in patroonsteek gehaakt, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig een andere haaknaald.
Gebruikte steken: Lossen, vasten, stokjes, nop (een nop bestaat uit 3 samen gehaakte stokjes in 1 steek).
Patroonsteek:
1e toer (noppen toer): Begin in de 6e losse vanaf de haaknaald, haak een nop, *2 lossen, sla 2 lossen over, 1 nop in de volgende steek, herhaal vanaf *, eindig met 1 losse en 1 stokje in de laatste steek. Elke volgende heengaande noppen toer beginnen met 4 lossen in plaats van 6 lossen.
2e toer (teruggaande toer): 3 lossen, 1 stokje in de laatste losse van de vorige toer, *2 lossen, 1 stokje in de 2–lossen ruimte, herhaal vanaf *, eindig met 1 stokje in de derde begin losse van de vorige toer. Herhaal steeds deze 2 toeren.
FUCHSIA TUNIEK
Werkwijze: De gehele tuniek wordt met dubbele draad gehaakt.
Rugpand: Haak 63–69–75 lossen en haak hierop patroonsteek, = 20–22–24 noppen. Haak tot 64–66–68 cm hoogte en hecht af.
Voorpand: Haak als het rugpand tot 34–36–38 cm hoogte. Minder voor de V–hals als volgt: Haak in patroon tot er 10–11–12 noppen zijn gehaakt. Haak dan 1 losse, 1 stokje op het volgende stokje (= het stokje naast de nop). Keer en haak 3 lossen, 1 stokje in de volgende 2–lossen ruimte. Haak de toer verder in patroon. Minder op deze manier nog 4x in elke 4e toer. Haak tot dezelfde hoogte als het rugpand en hecht af. Haak de andere kant van de hals in spiegelbeeld.
Mouwen: De mouwen worden vanaf de bovenkant gehaakt. Haak 72–78–78 lossen en een keer losse. Haak op elke losse een vaste en eindig met een keer losse. Draai het werk ondersteboven. Haak de eerste noppen toer in de onderkant van de lossen toer. Haak verder in patroonsteek, begin de eerste noppen toer met 4 lossen, 1 nop in de volgende steek, *2 lossen, sla 2 lossen over, 1 nop, herhaal vanaf *, eindig met 1 losse, 1 stokje in de laatste steek, = 24–26–26 noppen. Haak een teruggaande toer. In de 2e noppen toer wordt er als volgt geminderd: 3 lossen, 1 stokje in de volgende lossen- ruimte, 2 lossen. Haak 22–24–24 noppen, 1 stokje in de laatste 2–lossen ruimte van de toer, 1 stokje in de 3e begin losse van de vorige toer. Teruggaande toer: 3 lossen, *1 stokje in de 2–lossen ruimte, 2 lossen, herhaal vanaf *, eindig met 1 stokje in de 3e begin losse van de vorige toer. Minder op deze manier nog 4x in elke 2e volgende noppen toer. Er zijn nog 14–16–16 noppen over. Als er 10 noppen toeren zijn gehaakt afhechten.
Afwerking: Sluit de schoudernaden. Haak rondom de hals voor een boord 3 toeren vasten. Haak middenvoor in de punt van de V-hals in de 2e en 3e toer 3 vasten samen af. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit de mouwnaden. Sluit de zijnaden, maar laat de onderste 10 cm open voor de splitten. Haak langs de onderkant van de mouwen 3 toeren vasten in het rond, sluit hierbij elke toer met een halve vaste. Haak langs de gehele onderkant van de tuniek en langs de splitten een toer vasten, haak hierbij in de hoeken van de splitten weer 3 vasten samen af. Hecht af.
STREEP TUNIEK
Materiaal: Scheepjes Larra blauw (17338) 6–7–7 bollen, groen (7413) 5–6–6 bollen, zwart (7325) 3–4–4 bollen, fuchsia roze (7372) 3 bollen, haaknaald nummer 5.
Werkwijze: Hetzelfde als bij de fuchsia tuniek, maar er wordt in streeppatroon gehaakt als volgt: *1 toer (noppen toer) met blauw, 1 teruggaande toer met zwart, 1 toer (noppen toer) met groen, 1 teruggaande toer met rood, herhaal vanaf *. De boorden worden met blauw gehaakt.