Damestrui van Softfun

Materiaal: Scheepjes Softfun ecru (2426) 8–9–9 bollen, Softfun donker groen (2531) 1 bol, Softfun (2449) rood 1 bol, Softfun paars (2534) 1 bol, Softfun donkergroen(2535) 1 bol. Softfun licht groen (2516) 1 bol, breinaalden nummer 4, haaknaald nummer 3½.

Stekenverhouding: 20 steken en 30 naalden in patroonsteek is 10 x 10 cm. De maat van het haakwerk is 26 x 26 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.

Gebruikte haaksteken: Lossen, halve vasten, vasten, stokjes, dubbelstokjes, driedubbelstokjes.

Kruissteek: Sla de draad 2x rond de naald en steek in de steek, sla de draad rond de naald en haal een lus op, draad om de naald en door 2 lussen halen, draad om de naald, insteken in de derde steek en lus ophalen, draad om de naald, door 2 lussen halen, in totaal 4x. 2 lossen, draad om de naald, insteken in het kruis van de gemaakte steek en afhaken als een stokje.

Boordsteek: 2 recht, 2 averecht aan de goede kant.

Patroonsteek:
1e naald: 2 recht, 2 averecht.
2e naald: Zoals het steken zich voordoen.
3e naald: 2 averecht, 2 recht.
4e naald: Zoals de steken zich voordoen.
Herhaal deze 4 naalden.

Werkwijze haakwerk: Haak met ecru 6 lossen en sluit deze met een halve vaste tot een ring.
1e toer: 1 losse, 12 vasten in de ring, sluit met een halve vaste = 12 steken.
2e toer: 1 losse, 1 vaste in de eerste steek, 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in de volgende steek, *1 vaste in de volgende steek, 2 vasten in de volgende steek, 1 vaste in de volgende steek *, herhaal vanaf * en sluit met een halve vaste = 16 steken.
3e toer: 1 losse, 1 vaste in dezelfde steek, 2 vasten in de volgende 2 steken, 1 vaste in de volgende steek, * 1 vaste in de volgende steek, 2 vasten in de volgende 2 steken, 1 vaste in de volgende steek, herhaal vanaf* en sluit met een halve vaste = 24 steken.
4e toer: Ga verder met paars, 1 losse, * 2 vasten in de eerste steek, 1 vaste in de volgende 4 steken, 2 vasten in de volgende steek, herhaal vanaf * en sluit met een halve vaste = 32 steken.
5e toer: * 3 lossen (telt als eerste stokje) 1 stokje in de eerste steek, 1 stokje in de volgende 6 steken, 2 stokjes in de volgende steek, herhaal vanaf * en sluit met een halve vaste. = 40 steken.
6e toer: 3 lossen ( telt als eerste stokje) * 1 stokje in de zelfde steek, 1 stokje in de volgende steken, 2 stokjes in de volgende steek, 1 stokje in de volgende 4 steken, 2 stokjes in de volgende steek, 1 stokje in de volgende steek, 2 stokjes in de volgende steek, herhaal vanaf * en sluit de ring met een halve vaste = 56 steken.
7e toer: Ga verder met rood, 1 losse, 1 vaste in elke steek. Sluit met een halve vaste = 56 steken.
8e toer: 1 losse, *1 vaste in de eerste steek, sla 1 steek over, (2 stokjes, 1 dubbelstokje, 1 picot, 1 dubbelstokje, 2 stokjes) in de volgende steek, sla 1 steek over, 1 vaste in de volgende steek, sla 1 steek over, (2 stokjes, 2 dubbelstokjes, picot) in de volgende steek, 2 dubbelstokjes. 2 stokjes in de volgende steek, sla 1 steek over, 1 vaste in de volgende steek, sla 1 steek over, (2 stokjes 1, picot, 1 dubbelstokje, 2 stokjes in de volgende steek, sla 1 steek over, herhaal vanaf * en sluit met een halve vaste = 96 steken en 12 picot.
9e toer: Ga verder licht groen, 3 lossen (telt als 1 stokje) 2 stokjes in de eerste steek, 1 vaste in picot, * (2 dubbelstokjes, 2 stokjes, 2 dubbelstokjes) in volgende vaste, 1 vaste in picot, herhaal vanaf * en eindig met 1 dubbelstokje en 2 stokjes in de eerste steek, sluit met een halve vaste.
10e toer: 1 losse en *1 vaste in de eerste steek, 1 vaste in de volgende 2 steken, 1 half stokje in de volgende 3 steken, 1 stokje in de volgende 2 stokjes, 1 dubbelstokje in de volgende 2 steken, (2 driedubbelstokjes, 2 lossen, 2 driedubbelstokjes ) in de volgende steek, 1 dubbelstokje in 2 volgende steken, 1 stokje in volgende 2 steken, 1 half stokje in de volgende 3 steken, 1 vaste in de volgende 3 steken, herhaal vanaf* en eindig met 1 vaste in de volgende 3 steken, sluit met een halve vaste = 96 steken.
11e toer: 1 losse, *1 vaste in elke steek tot 2 lossen lus in de hoek (2 vasten, 1 halve vaste, 2 vasten) in de lus, herhaal vanaf * en sluit met een halve vaste. = 116 steken.
12e toer: Ga verder met donker groen, 1 losse, 1 vaste in eerste steek, *1 vaste in elke steek tot het half stokje, 1 vaste, 1 losse, 1 vaste in half stokje, herhaal vanaf* en sluit met een halve vaste = 124 steken.
13e toer: Ga verder met ecru, herhaal toer 12 = 128 steken. Hecht af.
14e toer: Hecht aan met rood in een hoek en haak *2 dubbelstokjes, 2 losse, 2 dubbelstokjes in de lossen van een hoek, sla 1 steek over en haak 8x een kruissteek, herhaal vanaf *en sluit met een halve vaste, hecht af.
15e toer: Ga verder met donkergroen en haak *2 vaste, 1 losse, 2 vaste in de lossen van een hoek, daarna 2 vasten tussen elke ruimte tot de lossen van de volgende hoek*, sluit met een halve vaste = 160 steken.
16e toer: Haak 3 lossen (telt als een stokje), 1 stokje in de volgende steek, *4 stokjes in de lossen van de hoek, 1 stokje in elke vasten tot de volgende hoek. Herhaal vanaf * en sluit met een halve vaste = 176 steken.

Werkwijze:

Rugpand: Zet 88–96–104 steken met Softfun ecru en brei 12 cm in boordsteek. Meerder in de laatste teruggaande naald verdeeld 10 steken. Brei in patroonsteek tot een totale hoogte van 38 cm. Kant voor de armgaten aan beide zijden 3 steken af. Brei verder tot een totale hoogte van 45 cm en kant de middelste 52 steken af en brei elk deel apart verder. Brei tot een totale hoogte van 58–59–60 cm en kant de overige 20–24–56 voor de schouder af.

Voorpand: Brei zoals het rugpand tot een totale hoogte van 16 cm, kant de middelste 52 steken af, brei elk deel apart verder tot een hoogte van 38 cm. Kant voor de armsgaten 3 steken af en brei verder tot een totale hoogte van 58–59–60 cm.

Mouwen: Zet met Softfun ecru 42–46–50 steken op en brei 6 cm in boordsteek. Brei verder in patroonsteek en meerder 14x in elke e naald aan beide zijden 1 steek. Kant bij een hoogte van 47 cm voor de mouwkop aan beide zijde 1 x 3 steken en in elke 2e naald 1 x 2, 5–6–7 x 1, 1 x 2, en 1 x 3 steken af. Kant de overig steken losjes af.

Afwerking:

Rugpand: Neem aan de goede kant van het werk, vanaf de schouder, langs de hals 29 steken, dan 50–54–58 steken en 29 steken aan de andere zijde van de hals op. Begin in de teruggaande naald met 2 averecht en eindig in de hoek met 2 recht 1 averecht 2 recht, ga verder met 2 averecht tot de volgende hoek en brei die hetzelfde als de vorige hoek. Minder in de heengaande naald in elke hoek 2 steken. (Brei tot 2 steken voor de rechte hoeksteek maak een overhaling = 1 steek afhalen, 1 steek recht breien, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek, 1 steek recht en 2 steken samen breien). Herhaal dit in elke heengaande naald en brei 5 cm in boordsteek.

Voorpand: Zet met kleine steekjes het haakwerk vast. Neem aan de goede kant van het werk, vanaf de schouder, langs de hals 35 steken, dan de 44 steken van het haakwerk en 35 steken aan de andere zijde van de hals op. Meerder in de teruggaande naald 1 x 8 steken boven het haakwerk. Maak de zelfde minderingen als bij het rugpand.
Brei 5 cm in boordsteek en kant af.
Sluit de schouders, zet de mouwen aan met de schoudernaad in het midden. Sluit de zijnaden en de mouwen, rijg eventueel aan de binnenkant dun elastiek door de eerste naald patroonsteek boven het onder boord.