Damestrui van Softfun

Materiaal: Scheepjes Softfun wit (2412) 6–6–7 bollen, blauw (2463) 2 bollen, turquoise (2511) 1 bol, tomaat rood (2449) 1 bol, breinaalden nummer 3½–4.

Stekenverhouding: 21 steken en 30 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.

Gebruikte steken:

Boordsteek: Afwisselend 2 steken recht en 2 steken averecht.

Tricotsteek: Recht op de goede, averecht op de verkeerde kant.

Jacquardpatroon: brei volgens teltekening, tel voor de te beginnen steek vanuit het midden (M = midden). Neem de in te breien draad losjes mee. Brei 1x het telpatroon en herhaal vanaf de 1e toer tot de aangegeven hoogte. Elk ruitje is 1 steek breed en 1 naald hoog. Open ruitje = wit, v = blauw, o = turquoise, –– = tomaat rood.

Ribbelsteek: Alle naalden recht.

Minderingen voor de raglan in elke heengaande naald: 1 kantsteek, 1 steek afhalen, 1 steek breien en de afgehaalde steek overhalen, brei de naald tot er nog 3 steken op de linkernaald staan, 2 steken recht samen breien, 1 kantsteek.

Werkwijze:

Rugpand en voorpand: Zet met wit 82–90–98 steken op en brei 8 cm boordsteek, meerder in de laatste teruggaande naald verdeeld tot 85–93–101 steken. Brei verder in tricotsteek en meerder 2 x 1 steek aan beide kanten van elke 11 cm, = 89–97–105 steken. Kant bij 31 cm hoogte voor de raglan aan beide kanten 2–3–3 steken af. Brei verder het jacquardpatroon, tel voor de beginnen steek vanaf de M van het telpatroon. Minder aan beide kanten van elke volgende 2e naald nog voor maat 36/38: Afwisselend 21x aan beide kanten van elke 2e naald 1 steek en 2x aan beide kanten van elke 4e naald 1 steek, voor maat 40/42: 26 x 1 steek aan beide kanten van elke 2e naald en voor maat 44/46: Aan beide kanten van de volgende 2e naald 1 x 2 steken en 28x aan beide kanten van elke volgende 2e naald 1 steek. Brei bij 49–50–51 cm hoogte op de overige 39 steken nog 7 naalden ribbelsteek met wit, minder hierbij in de 4e naald aan beide kanten 1 steek. Kant de overige 37 steken af.

Mouwen: Zet met wit 42–46–46– steken op en brei 8 cm boordsteek, meerder in de laatste teruggaande naald verdeeld tot 45–47–49 steken. Brei verder in tricotsteek en meerder voor de mouwwijdte 13–14–15 x 1 steek aan beide kanten van elke volgende 8e–7e–7e naald, = 71–75–79 steken. Kant bij 46 cm hoogte voor de raglan aan beide kanten 2–3–3 steken af. Brei verder in jacquardpatroon, tel vanuit het midden voor de te beginnen steek op het telpatroon. Minder aan beide kanten voor maat 36/38: 24 x 1 steek aan beide kanten van elke 2e naald, voor maat 40/42: 25 x 1 steek aan beide kanten van elke 2e naald en voor maat 44/46: Afwisselend 25 x 1 steek aan beide kanten van elke 2e naald en 2 x 1 steek aan beide kanten van elke 4e naald. Brei bij 64–65–66 cm hoogte over de laatste 19 steken met wit nog 7 naalden ribbelsteek, minder hierbij in de 4e naald aan beide kanten 1 steek.

Afwerking: Sluit de raglannaden. Sluit de mouw– en zijnaden.