Damestrui van Silvi

Materiaal: Scheepjes Silvi lila (23) 6–6–7 bollen, groen (22) 1 bol, zalm (32) 1 bol, wit (14) 1 bol, breinaalden nummer 7 en 8, breinaalden nummer 8 zonder knop.

Stekenverhouding: 10 steken en 15 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.

Gebruikte steken:

Boordsteek: Afwisselend 1 steek recht en 1 steek averecht.

Tricotsteek: Recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Cirkels: Opmazen volgens telpatroon. Maas verdeeld over de panden en mouwen met wit cirkels. X = wit.

Werkwijze:
Rugpand: Zet 54–58–62 steken op met breinaalden nummer 7 en groenen brei 10 cm boordsteek. Brei verder met breinaalden nummer 8 en lila in tricotsteek. Kant bij 74 cm hoogte voor de hals de middelste 14 steken af en brei beide kanten apart verder. Kant in de 2e volgende naald aan de halskant nog 6 steken af. Kant hierna de overige 14–16–18 steken voor de schouders af.

Voorpand: Brei als het rugpand tot 68 cm hoogte. Kant voor de hals de middelste 8 steken af en brei beide kanten apart verder. Kant in elke volgende 2e naald aan de halskant nog 1 x 3, 2 x 2 en 2 x 1 steken af. Kant de overige 14–16–18 steken voor de schouders op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.

Mouwen: Zet met zalmkleur 30 steken op en brei 8 cm boordsteek. Brei verder met lila in tricotsteek. Meerder voor de mouwwijdte 4–5–6x aan beide kanten van elke 11e–9e–8e naald 1 steek, = 38–40–42 steken. Kant bij 44 cm hoogte alle steken soepel af.

Afwerking: Maas verdeeld op de panden en mouwen witte cirkels. Sluit de schoudernaden. Neem met breinaalden zonder knop en groen rondom de hals 64 steken op en brei 20 cm boordsteek. Kant soepel in boordsteek af. Zet de mouwen over een breedte van 36–38–40 cm aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit de mouw– en zijnaden. Sla de col naar buiten toe om.