facebook pixel
121
Categorie Vrouwen
Type Trui
Techniek breien
Maten 36/38 - 40/42 - 44/46
Patroon delen

Damestrui van Roma Hidde

By Scheepjes

Materiaal: Scheepjes Roma Hidde zwart (04) 5–6–6 bollen, wit (05) 1 bol, oranje (32) 1 bol, roze (21) 1 bol, breinaalden nummer 6–6½, een 100 cm lange rondbreinaald nummer 6–6½, 4 steken markeerders.

Stekenverhouding: 12 steken en 16 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.

Gebruikte steken:

Boordsteek: Afwisselend 1 steek recht en 1 steek averecht.

Tricotsteek: Recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Motieven: Opmazen of inbreien volgens telpatroon. M = middelstesteek van voor– en rugpand en de mouwen. Maas of brei tot en met de middelste steek, brei of maas het andere deel in spiegelbeeld vanaf de middelste steek. X = wit, o = oranje, v = roze, open ruitje = zwart.

Werkwijze:

Rugpand: Zet met zwart 58–62–68 steken op en brei 5 cm boordsteek, meerder in de laatste teruggaande naald 1 steek, = 59–63–69 steken. Brei verder in tricotsteek. Kant bij 32 cm (= 42 naalden tricotsteek) aan beide kanten 2 steken af en aan beide kanten van elke volgende 2e naald nog 1 x 1, 1 x 2 en 1 x 1 steken. Laat als er 51 naalden tricotsteek zijn gebreid de overige 47–51–57 steken rusten.

Voorpand: Brei als het rugpand.

Mouwen: Zet met zwart 26–26–28 steken op en brei 5 cm boordsteek, meerder in de laatste teruggaande naald 1 steek, = 27–27–29 steken. Brei verder in tricotsteek en meerder voor de mouwwijdte 10–11–11x aan beide kanten van elke 6e–5e–5e naald 1 steek, = 47–49–51 steken. Kant bij 46 cm hoogte (= 66 naalden) aan beide kanten 2 steken af en aan beide kanten van elke volgende 2e naald nog 1 x 1, 1 x 2 en 1 x 1 steken. Laat bij 51 cm hoogte (= 75 naalden) de overige 35–37–39 steken rusten.

Pas: Brei met zwart en in tricotsteek de steken van het rugpand, de laatste steek hiervan samen breien met de eerste steek van een mouw, brei de steken van de mouw, de laatste steek hiervan samen breien met de eerste steek van het voorpand, brei de steken van het voorpand, brei de laatste steek hiervan samen met de eerste steek van de andere mouw, brei de steken van de mouw en brei de laatste steek hiervan samen met de eerste steek van het rugpand, = 160–172–188 steken. Breng op elke samen gebreide 2 steken een steken markeerder of gekleurde draad aan. Hierna wordt geminderd aan beide kanten van de gemarkeerde steken. Minderingen: Vóór de gemarkeerde steek: 2 steken recht samen breien, na de gemarkeerde steek: Maak een overhaling (=1 steek afhalen, 1 steek recht en de afgehaalde steek overhalen. Minder als volgt voor: Maat 36/38: 9x in elke volgende 3e toer: 1 steek aan beide kanten van elke gemerkte steek (= 8 steken per toer), minder hierna 2x in elke volgende 2e toer 1 steek aan beide kanten van elke gemerkte steek. Minder in de volgende toer boven de gemerkte steken nog 1 steek. Er zijn 34 toeren gebreid en 60 steken over. Maat 40/42: Afwisselend 7x in elke 3e toer en 7x in elke 2e toer: 1 steek aan beide kanten van elke gemerkte steek (= 8 steken per toer). Er zijn 35 toeren gebreid en 60 steken over. Maat 44/46: Afwisselend 4x in elke 3e toer en 12x in elke 2e toer: 1 steek aan beide kanten van elke gemerkte steek (= 8 steken per toer). Er zijn 36 toeren gebreid en 60 steken over. Brei voor alle maten over de laatste 60 steken nog 8 cm boordsteek. Kant soepel in boordsteek af.

Afwerking: Sla het halsboord op de helft naar binnen en zoom rekbaar tegen. Maas de panden en mouwen op volgens teltekening. Begin voor het voor- en rugpand op de 21e naald tricotsteek vanuit het midden te mazen en voor de mouwen op de 36e naald tricotsteek, eveneens vanuit het midden. Sluit de raglannaden van de panden en mouwen. Sluit de mouw- en zijnaden.

121
121
Ga terug naar patronen overzicht
Andere patronen door Scheepjes
nl
Menu
Sluiten
Taal