Categorie | Vrouwen |
Aanbevolen garen | Merino Soft, Lizzy, Marko |
Type | Trui |
Techniek | breien x haken |
Maten | 36/38 - 40/42 - 44/46 |
Damestrui van Merino Soft of Marko en Lizzy
By ScheepjesMateriaal: Scheepjes Merino Soft Pollock zwart (601) of Marko 9–10–10 bollen, Lizzy zwart/goud (10) 3–4–4 bollen, breinaalden en haaknaald nummer 4.
Stekenverhouding: 21 steken en 25 naalden met 1 draad Merino Soft en 1 draad Lizzy in tricotsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. 5 gehaakte boogjes zijn 9 cm breed. 10 toeren zijn 10 cm hoog. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
Gebruikte steken:
Boordsteek: Afwisselend 1 steek recht en 1 steek averecht.
Tricotsteek: Recht op de goede, averecht op de verkeerde kant.
Boogjessteek: Haak volgens teltekening. o = losse, I = vaste.
Werkwijze: De gehele trui wordt gebreid met 1 draad Merino Soft samen met 1 draad Lurex.
Rugpand: Zet 94–102–110 steken op en brei 6 cm boordsteek. Brei verder in tricotsteek en minder vanaf het boord voor de taille 4 x 1 steek aan beide kanten van afwisselend elke 6e en 8e naald. Meerder vanaf 18 cm hoogte 4 x 1 steek aan beide kanten van elke 10e naald. Kant bij 38 cm hoogte af. Haak verdeeld op de afkantrand 24–26–29 boogjes en haak verder in boogjessteek. Minder bij 39 cm hoogte voor de armsgaten 2 x 1 boogje aan beide kanten van elke toer. Laat bij 56–57–58 cm hoogte voor de hals de middelste 6–6–7 boogjes onbewerkt en haak beide kanten apart verder. Minder aan de halskant nog 1 x 2 boogjes in de volgende toer. Hecht bij 58–59–60 cm hoogte af.
Voorpand: Brei en haak als het rugpand, maar laat bij 52–53–54 cm hoogte voor de hals de middelste 6–6–7 boogjes onbewerkt en haak beide kanten apart verder. Minder aan de halskant nog 1 x 1 boogje in de volgende toer en 1 x 1 boogje in de 2e volgende toer. Haak tot dezelfde hoogte als het rugpand en hecht af.
Mouwen: Zet 48–52–56 steken op en brei 6 cm boordsteek. Brei verder in tricotsteek en meerder voor de mouwwijdte 11 x 1 steek aan beide kanten van elke 6e naald. Kant bij 35 cm hoogte voor de mouwkop 1 x 3 steken af. Kant nog 1 x 2, 7 x 1, 1 x 2 en 1 x 3 steken af aan beide kanten van elke 2e naald. Kant de overige steken af.
Kraag: Zet 95–95–105 steken op en brei 3 naalden boordsteek, hierbij in de laatste naald de middelste steek samenbreien met de volgende steek. Brei nu de kraag in 2 aparte delen verder tot 10 cm hoogte. Kant soepel in boordsteek af.
Afwerking: Sluit de schoudernaden. Naai de kraag in de halsopening. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit de mouw- en zijnaden.