Categorie | Vrouwen |
Aanbevolen garen | |
Type | Trui |
Techniek | breien |
Maten | 36/38 – 40/42 – 44/46 |
Damestrui van Maxima+
By ScheepjesMateriaal: Scheepjes Maxima + groen/blauw (4) 5–5–6 bollen, breinaalden nummer 8, rondbreinaald nummer 8.
Stekenverhouding: 10 steken en 20 naalden in ribbelsteek en 9 steken en 12 naalden in patroonsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
Gebruikte steken:
Ribbelsteek: Alle naalden recht.
Patroonsteek:
1e (goede kant) en 2e naald: Recht.
3e naald: 1 recht, *1 recht, maar sla de draad 2x om de naald, herhaal vanaf *, eindig met 1 recht.
4e naald: Recht en laat de omslagen vallen.
Herhaal deze 4 naalden.
Kabelpatroon: Brei volgens teltekening. Alleen de heengaande naalden zijn aangegeven, de teruggaande naalden breien zoals de steken zich voordoen. + = kantsteek, x = averecht, open hokje = recht, = 2 steken naar recht kruisen (2e steek voor de 1e steek langs recht breien, de 1e steek recht breien en beide steken af laten glijden), = 2 steken naar links kruisen (2e steek achter de 1e steek langs recht breien, de 1e steek recht breien en beide steken af laten glijden), = 3 steken op een hulpnaald voor het werk zetten, de volgende 3 steken recht breien, dan de 3 steken van de hulpnaald recht breien, = 3 steken op een hulpnaald achter het werk zetten, de volgende 3 steken recht breien, dan de 3 steken van de hulpnaald recht breien.
Werkwijze:
Rugpand: Zet 58–62–66 steken op en brei 6 cm ribbelsteek. Brei verder tot 54 cm hoogte in patroonsteek, minder in de 1e naald verdeeld tot 52–56–60 steken. Kant voor de hals de middelste 16 steken af en brei beide kanten apart verder tot 56 cm hoogte. Kant af.
Voorpand: Zet 58–62–66 steken op en brei 6 cm ribbelsteek. Verder wordt het voorpand in drie losse delen gebreid. Voor de linkerkant van het voorpand op de eerste 21–23–25 steken verder breien in patroonsteek, minder in de 1e naald 1 steek, = 20–22–24 steken. Kant bij 53 cm hoogte aan de halskant 1 steek af en brei verder tot 56 cm hoogte. Kant af. Zet de volgende 16 steken op een stekenhouder en brei op de laatste 21–23–25 steken de linkerkant in spiegelbeeld, minder in de 1e naald weer 1 steek. Zet voor het middenstuk 1 kantsteek op de naald (voor het vastnaaien), brei op de 16 steken van de stekenhouder de teltekening, hierbij in de 1e naald 4 steken meerderen, zet hierna aan het einde van de naald nog 1 kantsteek op de naald erbij. Brei kabelpatroon tot 49 cm hoogte. Kant voor de hals de middelste 8 steken af. Tijdens het afkanten 2x2 steken samen breien (dit voor de breedte van de hals). Brei beide kanten apart verder. In de 2e volgende naald aan de halskant 2 steken afkanten als volgt: 2 steken samen breien, 1 steek breien en de vorige steek overhalen. Minder aan de halskant nog 1 steek.
Mouwen: Zet 22–23–24 steken op en brei 6 cm ribbelsteek. Brei verder in patroonsteek. Meerder voor de mouwwijdte 4–4–5 x 1 steek aan beide kanten van elke 10e–10e–8e naald. Kant bij 46 cm hoogte alle steken af.
Afwerking: Sluit de naden naast de kabel. Neem met een rondbreinaald rond de hals 47 steken op en brei ribbelsteek. Meerder in de 5e toer, verdeeld over de toer 10 steken. Meerder nog 4 x 10 steken in elke volgende 5e toer, meerder niet steeds op dezelfde plaatsen, maar verspring. Kant bij een 18 cm hoogte van de col alle steken soepel af. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit de zij- en mouwnaden.