Damestrui van Marko

Materiaal: Scheepjes Marko turquoise (8180) 4 bollen, donkerblauw (8126) 3–4–4 bollen, midden blauw (8138) 3 bollen, wit (8143) 5–6–6 bollen, breinaalden nummer 3 en 3½, breinaalden nummer 3½ zonder knop.

Stekenverhouding: 23 steken en 32 naalden met naalden nummer 3½ in tricotsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.

Gebruikte steken:

Tricotsteek: Recht op de goede, averecht op de verkeerde kant.

Jacquardpatroon: Brei volgens teltekening. Elk ruitje is 1 steek breed en 1 steek hoog. Open ruitje = hoofdkleur, x = inbreien of opmazen met wit.

Streeppatroon in tricotsteek: *26 naalden met donkerblauw, 26 naalden met midden blauw, 26 naalden met turquoise, herhaal vanaf *.

Werkwijze:

Rugpand: Zet met naalden nummer 3 en turquoise 104–112–122 steken op en brei 3 cm tricotsteek en 1 naald averecht op de goede kant. Brei verder met naalden nummer 3½ in tricotsteek tot 6 cm hoogte. Brei verder met naalden nummer 3½ in streeppatroon en jacquardpatroon, begin en eindig met een kantsteek. De teltekening is voor maat 36/38. Voor maat 40/42 als volgt breien: 1 kantsteek, 3 steken hoofdkleur, *23 steken ijsster (de middelste 23 steken van de teltekening), 4 steken hoofdkleur, herhaal vanaf *, eindig met 23 steken ijsster, 3 steken hoofdkleur, 1 kantsteek. Voor maat 44/46 is de volgende aanpassing: 1 kantsteek, *1 steek hoofdkleur, 23 steken ijsster, herhaal vanaf *, eindig met 1 steek hoofdkleur, 1 kantsteek. Kant bij 43 cm hoogte voor de armsgaten aan beide kanten 3 steken af. Kant aan beide kanten van elke volgende 2e naald nog 1 x 2 en 2 x 1 steken af. Kant bij 61 cm hoogte voor de hals de middelste 22 steken af en brei beide kanten apart verder. Kant aan de halskant nog 2 x 5 steken af in elke volgende 2e naald. Kant bij 63 cm hoogte de steken voor de schouders af.

Voorpand: Brei als het rugpand tot 56 cm hoogte. Kant voor de hals de middelste 20 steken af en brei beide kanten apart verder. Kant aan de halskant in elke volgende 2e naald nog 2 x 2 en 4 x 1 steken af. Kant de steken voor de schouders op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.

Mouwen: Zet met naalden nummer 3 en midden blauw 49–51–53 steken op en brei 3 cm tricotsteek, 1 naald averecht op de goede kant en verder met naalden nummer 3½ in tricotsteek tot 6 cm hoogte. Brei verder met naalden nummer 3½ in streeppatroon en jacquardpatroon, begin met een turquoise streep. Op het midden van de mouw komt een ijsster, dus tel vanaf het midden van de mouw met welke steek wordt begonnen. Meerder voor de mouwwijdte 16–17–18 x 1 steek aan beide kanten van elke 7e–7e–6e naald. Kant bij 51 cm hoogte voor de mouwkop aan beide kanten 3 steken af. Kant aan beide kanten van elke volgende 2e naald nog 1 x 2, 8 x 1, 1 x 2 en 1 x 3 steken af. Kant de overige steken af.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem met naalden nummer 3½ zonder knop en turquoise rondom de hals 104 steken op en brei 3 cm tricotsteek in het rond, 1 toer averecht op de goede kant en brei verder met naalden nummer 3 in tricotsteek tot 6 cm hoogte. Kant soepel af. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit de mouw- en zijnaden. Zoom alle boorden op de ribbel naar binnen tegen.