Damestrui van Luca

Materiaal: Scheepjes Luca beige (5) 5–5–6 bollen, breinaalden nummer 6.

Stekenverhouding: 16 steken en 20 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.

Gebruikte steken:

Ajourpatroon: Brei volgens het telpatroon. Alleen de heengaande naalden zijn aangegeven. De teruggaande naalden averecht breien. Open hokje = recht, o = omslag, > = 2 steken recht samenbreien, < = overhaling (=1 steek afhalen, 1 recht breien en de afgehaalde steek over de gebreide steek halen), ^ = dubbele overhaling (= 1 steek afhalen, 2 steken recht samenbreien en de afgehaalde steek overhalen).

Averechte tricotsteek: Averecht op de goede, recht op de verkeerde kant.

Boordsteek: Afwisselend 1 steek recht en 1 steek averecht.

Werkwijze:

Rugpand: Zet 73–79–84 steken op en brei 1 naald recht op de verkeerde kant. Brei verder in de volgende indeling: 1 kantsteek, 1–4–2 steken averechte tricotsteek, 7 steken ajourpatroon, *3 steken averechte tricotsteek, 7 steken ajourpatroon, herhaal vanaf *, eindig met 1–4–2 steken averechte tricotsteek, 1 kantsteek. Brei in deze indeling 24 naalden ajourpatroon. Brei hierna boven elke 7 steken ajourpatroon verder in tricotsteek. Minder op 17 cm hoogte aan beide kanten 1 steek. Brei bij 29 cm hoogte over alle steken verder in tricotsteek. Kant bij 41 cm hoogte voor de armsgaten aan beide kanten 2 steken af. Kant aan beide kanten van elke volgende 2e naald nog 3 x 1 steek af. Kant bij 58–59–60 cm hoogte voor de hals de middelste 18 steken af en brei beide kanten apart verder. Kant aan de halskant nog 1 x 9 steken af in de 2e volgende naald. Kant bij 60–61–62 cm hoogte de steken voor de schouders af.

Voorpand: Brei als het rugpand tot 38–39–40 cm hoogte. Kant de middelste 1–1–0 steek af, splits het werk en brei voor de V-hals beide kanten apart verder. Kant aan de halskant hiervoor 18 x 1 steek af in elke 2e naald. Minderingen: Voor de V-hals: De 2e en 3e voorlaatste steek recht samenbreien, 1 kantsteek, na de V-hals: 1 kantsteek, 1 overhaling. Minder voor het armsgat als bij het rugpand. Kant de steken voor de schouders op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.

Mouwen: Zet 65 steken op en brei 1 naald recht op de verkeerde kant. Brei verder in de volgende indeling: 1 kantsteek, *3 averechte tricotsteek, 7 steken ajourpatroon, herhaal vanaf *, eindig met 3 steken averechte tricotsteek, 1 kantsteek. Brei 8 naalden in deze indeling, minder in de 9e naald elke 3 steken averechte tricotsteek tot 2 steken averechte tricotsteek, minder in de 17e naald elke 2 steken averechte tricotsteek tot 1 steek averecht. Minder in de 25e naald als volgt: 1 kantsteek, 1 steek averechte tricotsteek, brei de steken van het telpatroon, hierbij geen omslagen maken (= 5 steken tricotsteek per ajourbaan), herhaal vanaf *, eindig met 1 steek averechte tricotsteek, 1 kantsteek, = 39 steken. Brei in deze indeling verder (= 1 steek averechte tricotsteek, 5 steken tricotsteek). Meerder vanaf 13 cm hoogte voor de mouwwijdte 7–9–10 x 1 steek aan beide kanten van elke 9e–7e–6e naald. Brei bij 36 cm hoogte over alle steken verder in tricotsteek. Kant bij 48 cm hoogte voor de mouwkop aan beide kanten 2 steken af. Kant aan beide kanten van elke volgende 2e naald nog 6 x 1, 1 x 2 en 1 x 3 steken af. Kant de overige steken af.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit de mouw- en zijnaden. Zet voor de halsbies 10 steken op en brei 74 cm boordsteek. Kant in boordsteek af. Naai de bies in de halsopening, hierbij middenvoor de uiteinden rechts over links leggen.