Categorie | Vrouwen |
Aanbevolen garen | Softfun |
Type | Top |
Techniek | breien x haken |
Maten | 36/38 - 40/42 - 44/46 |
Damestop van Softfun
By ScheepjesMateriaal: Scheepjes Softfun roze (2514) 4–5–5 bollen, breinaalden en haaknaald nummer 4.
Stekenverhouding: 21 steken en 30 naalden in patroonsteek gebreid, zijn 10 x 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
Gebruikte steken:
Patroonsteek 1: Brei volgens teltekening 1. Alleen de heengaande naalden zijn aangegeven, de teruggaande naalden averecht breien. + = kantsteek, open hokje = recht, x = averecht.
Middenbaan: Brei volgens teltekening 2. Alleen de heengaande naalden zijn aangegeven, de teruggaande naalden, ook de omslagen, worden averecht gebreid. Open hokje is recht, o = omslag, ^ = 2 steken samen recht afhalen, 1 steek recht en de 2 afgehaalde steken samen overhalen.
Afwerkrandje: 1 toer vasten. 1 toer: *1 vaste, 1 vaste overslaan, 3 stokjes in de volgende vaste, 1 vaste overslaan, herhaal vanaf *.
Bloem: Haak 4 lossen en sluit met een halve vaste tot een ring.
1e toer: Haak in de ring 8 vasten en sluit met een halve vaste.
2e toer: 3 lossen, *1 vaste in de 2e volgende vaste, herhaal 3x vanaf *.
3e toer: 3 lossen, *1 vaste op boogje, 3 lossen, 1 vaste op de vaste tussen de boogjes, herhaal vanaf *.
4e toer: 3 lossen, *4 dubbele samen gehaakte stokjes op boogje, 3 lossen, 1 vaste op boogje, 3 lossen, 4 dubbele samen gehaakte stokjes tussen de boogjes, herhaal vanaf *.
Werkwijze:
Rugpand: Zet 89–97–107 steken op en brei patroonsteek 1. Minder voor de taille 4 x 1 steek aan beide kanten van elke 6e naald. Meerder vanaf 10 cm hoogte 4 x 1 steek aan beide kanten van elke 14e naald. Kant bij 33–32–31 cm hoogte voor de armsgaten 1 x 3 steken af. Minder hierna nog 15–17–19 x 1 steek aan beide kanten van afwisselend elke 2e en 4e naald. Minder als volgt: 1 kantsteek, 1 overhaling (=1 steek afhalen, 1 steek recht en de afgehaalde steek overhalen), brei de naald uit tot er nog 3 steken op de naald staan, 2 steken recht samenbreien, 1 kantsteek. Kant bij 40 cm hoogte voor de hals de middelste 11–15–19 steken af en brei beide kanten apart verder. Kant aan de halskant nog 2 x 3, 3 x 2 en 8 x 1 steek af in elke 2e naald. Kant bij 50 cm hoogte de overige 2 steken af.
Voorpand: Brei als het rugpand met op de middelste 15 steken de middenbaan volgens teltekening 2. Kant bij 24 cm hoogte voor de hals de middelste steek af en brei beide kanten apart verder. Minder aan de halskant 10 x 1, 1 x 3, 1 x 2 en 2 x 1 steken af in elke 2e naald. Minder hierna nog 8–10–12 x 1 steek in elke 5e–4e–3e naald. Minder ondertussen voor de armsgaten als bij het rugpand. Kant de laatste 2 steken op de schouder op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.
Afwerking: Sluit de zijnaden. Haak langs de onderkant het afwerkrandje. Haak langs de armsgaten en de achterhals 2 toeren vasten, let hierbij goed op de hoogte en breedte (zie maatschets). Haak de bloem. Haak langs de punt van het voorpand 2 toeren vasten, hierbij in de 2e toer de onderkant en de zijkanten van de bloem vasthaken. Haak langs de voorhals 2 toeren vasten, hierbij in de 1e toer boven de bloem als volgt haken: 3 lossen, 3 vasten bovenop de bloem, 3 lossen. Haak op de schouders voor de strikbandjes (4x) lossen tot een lengte van 25 cm en haak op de lossen 1 toer vasten terug.