Categorie | Vrouwen |
Aanbevolen garen | Maxi |
Type | Top |
Techniek | haken |
Maten | 36/38 - 40/42 - 44/46 |
Damestop van Maxi
By ScheepjesMateriaal: Scheepjes Maxi blauw (215) 3–4–4 bollen, haaknaald nummer 2½.
Stekenverhouding: 24 steken en 24 toeren met dubbele draad in vasten gehaakt, zijn 10 x 10 cm. Twee aan elkaar gehaakte rondjes zijn 13½ cm breed. Controleer dit en gebruik indien nodig een andere haaknaald.
Gebruikte steken: Lossen, vasten, stokjes.
Gehaakt rondje: Haak met dubbele draad 6 lossen en sluit met een halve vaste tot een ring.
1e toer: Haak in de ring: 5 lossen, *1 stokje, 2 lossen, herhaal vanaf * 6x, sluit met een halve vaste in de 3e beginlosse, = 8 boogjes.
2e toer: 3 lossen, haak 2 stokjes in het 1e boogje, 1 losse, *in elk volgend boogje 3 stokjes haken , 1 losse, herhaal vanaf * 6x, sluit met een halve vaste in de 3e beginlosse.
3e toer: 3 lossen, op elk van de volgende 2 stokjes 1 stokje haken, 3 lossen, *op elk van de volgende 3 stokjes 1 stokje haken, 3 lossen, herhaal vanaf * 6x, sluit met een halve vaste in de 3e begin losse.
4e toer: 1 losse, op elk van de volgende 2 stokjes 1 vaste haken, 5 lossen, *op elk van de volgende 3 stokjes 1 vaste haken, 5 lossen, herhaal vanaf * 6x, sluit met een halve vaste in de 1e begin losse.
In de laatste toer worden de rondjes met elkaar verbonden door 2 boogjes aan elkaar te haken. In de eerste rij rondjes worden de zijkanten als volgt vastgehaakt: Haak van het laatst gehaakte rondje in de laatste toer 2 lossen, steek in het boogje van het vorige rondje, haal de draad en trek deze door de lus op de naald, 2 lossen en haak verder tot het volgende boogje. In elke volgende rij rondjes worden de zijkanten en de onderkanten vastgehaakt (zie foto).
Werkwijze: De gehele top wordt met dubbele draad gehaakt.
Rugpand: Haak 96–106–116 lossen en haak hierop vasten. Meerder aan beide kanten 2x in elke 8e toer 1 vaste, = 100–110–120 vasten. Minder bij 10 cm hoogte voor de armsgaten aan beide kanten 3 vasten en aan beide kanten van elke 2e toer nog 1 x 3, 2–2–3 x 2 en 4–6–7 x 1 vaste. Laat bij 20–21–22 cm hoogte voor de hals de middelste 24–30–34 vasten onbewerkt en haak beide kanten apart verder. Minder aan de halskant in elke 2e toer nog 8 x 2 vasten. Haak op de overige 8 vasten tot 28–29–30 cm hoogte. Hecht af.
Voorpand: Haak als het rugpand tot 14–15–16 cm hoogte. Laat voor de hals de middelste 24–30–34 vasten onbewerkt en haak beide kanten apart verder. Minder aan de halskant in elke 2e toer nog 1 x 3, 2 x 2 en 9 x 1 vasten. Haak op de overige 8 vasten verder tot dezelfde hoogte als het rugpand.
Afwerking: Sluit de schouder- en zijnaden. Haak langs de hals en armsgaten een toer vasten, let hierbij op de hoogte en breedte van de hals en armsgaten. Haak voor het rokje 12–13–14 rondjes en haak het laatste rondje aan de zijkant vast aan het eerste rondje. Haak op deze rij nog 3 rijen met rondjes. Haak bij de laatste rij de bovenste 2 boogjes van elk rondje verdeeld vast aan het bovenstuk.