Damesjurkje van Cotton 8

Materiaal: Scheepjes Cotton 8 geel (714) 8–8–9 bollen, haaknaald nummer 3.

Stekenverhouding: 8 ruitjes zijn 9 cm breed, 11 ruitjes zijn 10 cm hoog. Controleer dit en gebruik indien nodig een andere haaknaald.

Gebruikte steken: Lossen, stokjes.

Patroonsteek: Haak volgens telpatroon. Vervang elk eerste stokje van elke toer door 2 lossen.

Open ruitje = 1 stokje en 2 lossen, sla hierbij 2 lossen of 2 stokjes van de vorige toer over. X = dicht ruitje = 3 stokjes, haak hierbij 2 stokjes om de 2 lossen van de vorige toer of haak stokjes boven stokjes. M = midden.

Afwerkrand: 1e toer: 1 vaste op het 1e stokje, *3 lossen, 1 vaste op het volgende stokje, herhaal vanaf *, sluit de toer met een halve vaste. 2e toer: *haak in een boogje: 1 vaste, 3 lossen, 2 dubbele stokjes, 3 lossen, 1 vaste, 3 lossen, 2 dubbele stokjes, 3 lossen, 1 vaste, 1 vaste in het volgende boogje, herhaal vanaf *.

Werkwijze:

Rugpand: 112–124–136 lossen en haak hierop volgens telpatroon, begin bij de juiste maat. Het telpatroon is voor maat 44/46. De minderingen en meerderingen aan de zijnaden zijn voor alle maten hetzelfde. Voor maat 36/38 de armsgaten 2 ruitjes hoger minderen en voor maat 40/42 1 ruitje hoger als op het telpatroon staat aangegeven. De lengte is voor alle maten hetzelfde. Voor de hals, 2 toeren voor het einde, de middelste 19 ruitjes laten rusten en beide kanten apart verder haken.

Voorpand: Haak als het rugpand. De V-hals is voor alle maten hetzelfde.

Mouwen: Haak 81–87–93 lossen en haak hierop de middelste 27–29–31 ruitjes van het telpatroon van de panden. M = het midden. Minder 3 x 1 ruitje aan beide kanten van elke 8e toer. Haak na 25 toeren van het telpatroon verder in open ruitjes. Meerder vanaf 25 cm hoogte 4 x 1 ruitje aan beide kanten van elke 5e toer. Haak tot 51 cm hoogte en hecht af.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Haak langs de hals circa 155 stokjes. Haak in de punt middenvoor in elke toer 3 stokjes samen af. Haak 3 toeren hoog en hecht af. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit de mouw– en zijnaden. Haak langs de onderkant van de panden en mouwen een afwerkrand.